Buitenland

Verzoening in Colombia

De pijn zit diep bij de inwoners van Caldono, dat zwaar werd getroffen door het conflict tussen de Colombiaanse regering en guerrillabeweging FARC. Met bijeenkomsten voor slachtoffers en ex-rebellen, onderwijs en een voetbalcompetitie wil Farid Julicue van het dorp een laboratorium voor de vrede maken.

Ynske Boersma
22 October 2019 19:06Gewijzigd op 16 November 2020 17:19
Jeugdige voetballers spelen voor de vrede, voor verzoening en  voor wederzijds respect en eenheid. beeld Ynske Boersma
Jeugdige voetballers spelen voor de vrede, voor verzoening en voor wederzijds respect en eenheid. beeld Ynske Boersma

Het is zaterdagmiddag in het Andesdorp Caldono, in het Colombiaanse departement Cauca. Heel het dorp is uitgelopen voor de eerste voetbalwedstrijd van de plaatselijke competitie, met 300 teams afkomstig uit Caldono en 87 gehuchten in de omgeving. Toeschouwers moedigen de spelers aan terwijl kinderen af en aan rennen met ijsjes. Even verderop doen twee journalisten van de lokale radiomet veel gevoel voor drama verslag van de wedstrijd, onverstaanbaar door het gekraak van de manshoge luidspreker.

Het is niet zomaar een voetbalwedstrijd. Het is de eerste competitie in vredestijd sinds eind 2016 de Colombiaanse regering het vredesakkoord sloot met guerrillabeweging FARC, en de eerste wedstrijd waarbij de inmiddels ontwapende ex-rebellen meespelen met de bewoners, slachtoffers van het conflict. Een voetbalcompetitie om de oud-strijders te helpen met hun re-integratie in het dorp dat ze verlieten om bij de guerrilla te gaan, en om het proces van verzoening met hun slachtoffers te bespoedigen.

Frontlinie

Bijna twintig jaar lag Caldono midden in de frontlinie van het conflict tussen de guerrillabeweging FARC en de Colombiaanse regering. De FARC bezette het dorp en de omringende gehuchten sinds 1997 maar liefst 248 keer, aanvallen die dagen en soms weken duurden en gepaard gingen met bombardementen en beschietingen. De ruïne van een gebouw pal achter de kerk is daar nog altijd de stille getuige van.

„Vandaag spelen jullie voor de vrede, voor verzoening, voor wederzijds respect en eenheid in Caldono”, zegt organisator Farid Julicue tegen een dertigtal kinderen die zich stuiterend van enthousiasme voorbereiden voor de jeugdwedstrijden van de competitie. Julicue (59), oud-voetbaltrainer en zelfbenoemd vredesstichter in Caldono, is geëmotioneerd. Het toernooi is een van de vele initiatieven die hij nam om vrede en verzoening te brengen in het dorp op 1900 meter hoogte in de Andes.

Dialoog

Zo organiseerde hij de eerste bijeenkomsten om de dialoog tussen guerrillero’s en slachtoffers op gang te brengen, kort nadat de regering de vrede tekende met de FARC. Dat ging niet zonder hindernissen. „De angst was groot, de dorpelingen durfden niet. Uiteindelijk organiseerde ik een bijeenkomst op een ander moment, en vroeg ik de guerrillero’s om eerder te komen. De bewoners wisten niet dat er ook guerrillero’s aanwezig waren, en lieten zich volledig gaan tijdens de bijeenkomst. Ze noemden leden van de FARC moordenaars, dieven, verkrachters… Later, toen de gemoederen wat bedaard waren, kregen de guerrillero’s het woord, en vroegen ze om vergeving. Dat nam de angst weg, en daarna was het makkelijker om bijeenkomsten te organiseren.”

Vergeven, maar niet vergeten, is de boodschap die Julicue wil uitdragen, een magere man met een door de zon getaand gezicht. „De FARC heeft extreem veel geweld gebruikt in Caldono. In Caldono wonen geen rijken, er zijn geen grote bedrijven. Het dorp had de pech op een strategische plek te liggen, een smokkelroute voor drugs en ander zaken die het daglicht niet verdragen. Maar als Caldono een strategische plek is voor de oorlog, laat het dan ook een strategische plek voor de vrede zijn”, zegt Julicue.

Maar de obstakels zijn groot. De uitvoering van de vredesakkoorden dreigt sinds het aantreden van de conservatieve regering van president Duque het afgelopen jaar, een openlijk tegenstander van de vredesdeal, tot stilstand te komen. Van de beloofde landhervorming, ontwikkeling van het platteland en de programma’s voor de vervanging van coca en andere illegale gewassen –drie belangrijke punten uit de akkoorden– hebben de bewoners van Caldono weinig terecht zien komen. Ondertussen neemt het geweld weer toe in de gebieden die werden achtergelaten door de FARC, met nieuwe gewapende groepen die vechten om het gezag over de lucratieve drugshandel en de illegale mijnbouw.

De bewoners voelen zich in de steek gelaten door de overheid, maar geven niet op. Dan voeren ze het vredesproces zelf wel uit, is de gedachten achter de initiatieven waarmee de inwoners voor blijvende rust proberen te zorgen in hun dorp. Bijvoorbeeld met onderwijs, een van de belangrijkste voorwaarden voor ontwikkeling, en daarmee vrede in de geteisterd gebieden.

Armoede

„Zolang de omstandigheden van armoede, ongelijkheid en afwezigheid van de overheid niet veranderen, zal er geen vrede zijn in Colombia,” zegt Alcibiades Ulcue, leider van een inheems reservaat ten noorden van Caldono. „Wat onze jongeren nodig hebben is onderwijs. Zolang dat er niet is, blijft de drugshandel een middel dat altijd geld oplevert.”

Julicue sloeg de handen ineen met de plaatselijke rooms-katholieke kerk, de Nederlandse vredesorganisatie PAX en particuliere onderwijsinstellingen voor de oprichting van een onderwijsinstelling in Caldono. Zo worden er cursussen gegeven waardoor zowel bewoners als ex-rebellen hun middelbare school kunnen afmaken, computercursussen en workshops waar slachtoffers van het conflict een micro-onderneming leren op te zetten en aan de slag kunnen als schoenmaker, kapper of schoonheidsspecialist.

„Kijk, we kunnen ook bh’s maken”, zegt een enthousiaste Fabiola Velazco (29) terwijl ze op haar telefoon foto’s van breiwerk toont. Om haar heen zijn een dertigtal vrouwen en één man geconcentreerd over hun sandalen in wording gebogen, rondom tafels met klossen garen, zolen, breinaalden en plastic koffiebekers. „Wij kunnen allemaal haken, de kunst wordt van generatie op gene- ratie doorgegeven. Maar het ontbreekt ons aan de kennis om te ondernemen”, zegt Zulma Ulcue (37). „Met wat we hier leren, hopen we eigen ondernemingen te kunnen beginnen. Die kennis kunnen we weer doorgeven aan onze kinderen, zodat zij ook een betere toekomst krij- gen.”

Rechten

Ook zijn er sociaal werkers en psychologen aanwezig bij de workshops, om de slachtoffers te helpen bij de verwerking van hun oorlogstrauma’s en hun te vertellen over hun rechten als slachtoffer. „Het idee is dat ze door middel van het leren van nieuwe vaardigheden en ondernemerschap ook de erfenis van het conflict leren verwerken”, zegt Julicue.

Dat werkt. Aan de tafel van Griselda Patino (56) halen acht vrouwen tijdens het haken herinneringen op aan het conflict. „Altijd was er de angst voor weer een aanval. Ze gooiden bommen en granaten zonder zich erover te bekommeren waar die neerkwamen. En wij, als burgers, zaten klem in die oorlog waar wij geen deel van uitmaakten. We konden geen kant op, met aan de ene kant de FARC, en aan de andere kant het leger.”

Ze voelt wrok. Tegen de guerrilla die al die tijd het dorp belegerde, maar ook tegen de overheid, die de beloftes van het vredesproces niet nakomt, en die haar en de overige deelnemers van de workshop niet heeft erkend als slachtoffer van het conflict, een voorwaarde om in aanmerking te komen voor psychische en financiële bijstand in het kader van de vredesakkoorden.

„Volgens de overheid zijn wij geen slachtoffer omdat we niet zijn ontheemd door het conflict. Wij, die al die jaren midden in het conflict geleefd hebben. Het geeft me een gevoel van onmacht, van woede.”

Hetzelfde lot geldt de 2140 families uit Caldono die Julicue vertegenwoordigt met een stichting voor slachtoffers. Met hulp van PAX probeert hij alsnog erkenning voor deze slachtoffers te krijgen bij het Colombiaanse vredestribunaal, en organiseerde hij de workshops ondernemerschap voor deze doelgroep.

Geen keuze

En voelen ze zich klaar voor verzoening met de ex-guerrillero’s die terugkeren naar Caldono? „Ik steun degenen die willen terugkeren naar het burgerlijk leven”, zegt Yohana Pena (28). „Veel strijders hadden geen keus. Elke familie heeft wel een man moeten afstaan aan de guerrilla. In mijn familie was dat mijn oom, die in de jaren tachtig werd gerekruteerd. Sinds de vredessluiting hebben we weer contact met hem.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer