„Toerist makkelijker door Europa dan militair”
Amerikaanse militairen doorkruisen Nederland, op weg naar Duitsland voor een oefening van negen maanden. Het is niets vergeleken bij wat ons volgend jaar staat te wachten.
Patriot heet het vrachtschip, afkomstig uit Wilmington aan de Amerikaanse oostkust. Het is 200 meter lang en 32 meter breed. Aan de achterkant rolt een zware Abramstank de kade van Vlissingen op. Even later verdwijnt het zandkleurige gevaarte van 67 ton in de buik van een binnenvaartschip. Op de kade, die tot militair gebied is verklaard, wemelt het van de Amerikanen. In de Zeeuwse havenstad is de toenemende geopolitieke spanning met Rusland zichtbaar.
Binnenvaartschepen
Behalve materieel verplaatsen zo’n 3500 militairen van 2nd Armoured Brigade zich via Nederland naar Duitsland, waar ze de komende maanden gaan oefenen. Het gaat over de weg, per trein en voor het eerst ook met binnenvaartschepen. Tegelijkertijd begeeft een andere Amerikaanse eenheid met 1700 militairen en 80 Blackhawk-, Apache- en Chinookhelikopters zich in tegengestelde richting: van Duitsland, via de Rotterdamse haven, terug naar de Verenigde Staten. De inkomende brigade is afkomstig uit Fort Hood in Texas. De uitgaande helikoptereenheid gaat terug naar haar thuisbasis in Fort Stewart, Georgia.
Niet onopgemerkt
De Amerikaanse verplaatsing door Nederland gaat natuurlijk niet ongemerkt. „Bijna honderd Abramstanks krijg je niet zomaar door het land”, zegt majoor Tom Kievit. Ook de transport- en gevechtshelikopters vallen op. „Het is een behoorlijke logistieke operatie waar heel wat bij komt kijken. De laatste keer dat we dit hebben gezien was tijdens de Golfoorlog.”
Nederlandse militairen beveiligen de havens van Rotterdam en Vlissingen, waar de Amerikanen aankomen en vertrekken. Verder levert defensie onderkomens en brandstof en vervoert zij een deel van het Amerikaanse materieel met militaire vrachtwagens. Marechaussees begeleiden de militaire colonnes over de Nederlandse wegen. Dat moet zo gebeuren dat andere weggebruikers er weinig last van hebben.
Bruggen
Toch is deze Amerikaanse ”show of force” niets bij wat ons nog te wachten staat. Volgend jaar moeten tijdens de oefening Europe Defender 20 maar liefst 20.000 militairen en hun materieel in tien dagen tijd van de Verenigde Staten naar het oosten van Europa worden verplaatst. Via Nederland. „Niet alleen militair een uitdaging, maar ook qua infrastructuur”, zegt brigadegeneraal b.d. Hans Damen. „Wegen en bruggen moeten op orde zijn. Militaire eis voor een brug is 140 ton, 70 ton heen en 70 terug. Inderdaad, de bordjes bij bruggen in Duitsland geven dat gewicht aan.”
Defender 2020 is de derde grote oefening sinds het einde van de Koude Oorlog, weet luitenant-generaal Chris Cavoli, commandant US Army Europe. Het gaat van „fort in Amerika naar port in Europa.”
Vlissingen en Rotterdam zullen een belangrijke rol spelen. Van daaruit gaan mensen en materieel naar Duitsland, Polen en de Baltische staten. Het doet denken aan de jaarlijkse Reforger-oefeningen gedurende de Koude Oorlog. De Amerikanen lieten zo aan het Warschaupact zien snel mensen en materieel naar Duitsland te kunnen verplaatsen. De laatste Reforger (Return of Forces to Germany) was in 1992.
Snelweg
Nederland heeft volgens Damen, tot voor kort leider van de Task Force Logistiek bij defensie, binnen de NAVO een voortrekkersrol bij het tot stand brengen van een ”militaire snelweg” door Europa. “Het is als toerist makkelijker om door Europa te reizen dan als militair. Dat moet anders. Je kunt wel middelen hebben, maar moet ze ook in kunnen zetten.”
De NAVO omarmt het robuuste plan om vanaf 2020 binnen 30 dagen 30 gemechaniseerde bataljons, 30 squadrons met gevechtsvliegtuigen en 30 oorlogsschepen inzetbaar te hebben. Geloofwaardige afschrikking, aldus Damen. „Vroeger hadden we kernwapens. Nu moet je grote aantallen troepen daar zien te krijgen waar ze nodig zijn.”
Een hogere gereedheid betekent ook dat materieel en militairen zich sneller moeten kunnen verplaatsen. „Defender Europe in 2020 wordt groot qua mensen en materieel. We zijn het gevoel een beetje kwijt hoe groot een brigade is. Kan dat op 250 bij 250 meter, vroeg een jonge collega een keer aan mij. Glimlachend heb ik geantwoord dat je er minstens 10 vierkante kilometer voor nodig hebt.”