Rüther nam veel steekpenningen aan
Er zijn meer bijzonderheden bekend geworden over het financieel schandaal waarin de sociaal-democratische regeringspartij SPD in Keulen is verwikkeld. De sleutelfiguur in deze zaak, de voormalige SPD-partijleider in Keulen Norbert Rüther, nam van bedrijven veel meer steekpenningen aan dan aanvankelijk werd aangenomen.
Volgens nieuwe gegevens heeft Rüther bekend 424.000 euro in ontvangst te hebben genomen. Hij sluisde smeergeld weg om het vervolgens te „witten” als gift van particulieren. Eerder was een bedrag van 261.000 euro genoemd. Hij verdeelde geld uit zijn „zwarte kassen” onder al dan niet bestaande partijleden, die het vervolgens weer doneerden aan de Keulse SPD. Onmiddellijk na het bekend worden van het schandaal op 4 maart legde Rüther zijn partijfuncties neer en trad uit de SPD.
Rüther werd dinsdag acht uur lang door justitie verhoord, zo werd woensdag bekendgemaakt. Het openbaar ministerie onderzoekt onder meer of het smeergeld dat door Rüthers vingers ging, afkomstig is van een en hetzelfde bedrijf, de Keulse vuilverbrander Steinmüller.
Deze firma zou tussen 1994 en 1998 lokale politici van de SPD hebben omgekocht om het groene licht te krijgen voor de bouw van een enorme vuilverbrandingsinstallatie in een voorstad van Keulen. De SPD regeert al veertig jaar in die stad. Steinmüller en mogelijk andere bedrijven maakten volgens justitie bijna 15 miljoen euro over naar Zwitserse rekeningen. Die werden gebruikt om steekpenningen mee te betalen. Het meeste geld is vooralsnog spoorloos.
De affaire brengt de regering van SPD-bondskanselier Schröder een halfjaar voor de verkiezingen in verlegenheid. De secretaris-generaal van de SPD, Franz Müntefering, heeft gezegd dat iedereen die onregelmatigheden heeft gepleegd en iedereen die niet meewerkt met het onderzoek, uit de partij wordt gestoten. Juist Müntefering was destijds de topman van de partij in Noord-Rijnland-Westfalen, waarin Keulen ligt. Müntefering gaat voor de SPD op 21 maart getuigen voor de parlementaire commissie die twee jaar gelden werd gevormd om de duistere boekhouding van de CDU te onderzoeken.