Partijen na stint-rapport: veiligheid voorop
De veiligheid moet op de eerste plaats komen, ook bij het toelaten van nieuwe voertuigen op de weg. Dat zeggen partijen in de Tweede Kamer na het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de toelating van de elektrische bolderkar stint.
„Verkeersveiligheid moet gewoon op één staan bij de toelating van nieuwe voertuigen op de weg”, zegt CDA-Kamerlid Wytske de Pater. „Het OVV-rapport laat zien dat die veiligheid uit het oog is verloren.” Volgens het CDA moet de politiek lessen trekken uit het rapport.
Volgens Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) is de raad „helder en scherp” in het rapport. „We moeten nu zeker stellen dat er geen enkele twijfel is over de manier waarop voertuigen in Nederland gekeurd worden.”
De OVV constateert dat er onvoldoende aandacht is voor de veiligheid bij de toelating van zogenoemde ‘lichtgemotoriseerde’ voertuigen - zoals de elektrische bolderkar - op de weg en dat er te veel verschillende procedures zijn. De raad onderzocht de procedures naar aanleiding van de aanrijding van een trein met een stint, waardoor vier kinderen om het leven kwamen.
Oppositiepartij SP is fel over de „harde conclusies” van het rapport. „Na onderzoeken van TNO en de OVV kunnen we concluderen dat de stint de weg nooit op had gemogen en dat het ministerie dus heeft gefaald”, zegt SP-Kamerlid Cem Laçin. De Kamer gaat over twee weken in debat met de minister, en zij moet dan helderheid geven, stelt de politicus. „Daarna kunnen we over de toekomst gaan praten.”
Volgens VVD’er Remco Dijkstra moeten de Kamer en het kabinet het „rapport goed bestuderen en stappen zetten om te zorgen dat een ongeluk als met de stint nooit meer kan gebeuren”.
Ook coalitiepartij D66 is kritisch. „Waarom heeft de minister een jaar na het ongeluk dat nog steeds niet helemaal op orde?” vraagt Kamerlid Rutger Schonis zich af. „Ze moet dit alsnog zo spoedig mogelijk regelen.”
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wil in debat met minister Van Nieuwenhuizen over het rapport. De Kamer wil ook zelf spreken met onderzoekers van de OVV.