Burgerschapsvorming biedt ook kansen
Burgerschap is belangrijk om vluchtelingen en allochtone leerlingen democratische grondrechten en waarden als respect en verdraagzaamheid bij te brengen. Ook voor reformatorische scholen is het een kans.
Het artikel ”Burgerschap kán refoschool bedreigen” (RD 1-10) ging uitvoerig in op burgerschapsonderwijs. Het wetsvoorstel over dit onderwerp, dat naar verwachting binnenkort bij de Tweede Kamer wordt ingediend, bevat een aanscherping van de doelen in het basis- en voortgezet onderwijs.
De Onderwijsinspectie zal meer bevoegdheden krijgen om het beleid rond burgerschap te toetsen aan de grondwettelijke verplichtingen. De inspectie kan nu al scholen aanspreken op de wijze waarop burgerschapsvorming wordt ingevuld. Het instrumentarium om daarover een oordeel te geven, wordt in de nieuwe wet uitgebreid.
Terecht werd in genoemd artikel opgemerkt dat de nieuwe, aangescherpte vorm van burgerschapsonderwijs het christelijk en reformatorisch onderwijs kán bedreigen. Dat geldt dan vooral de onderwerpen rond seksuele diversiteit. Dit onderwerp staat overigens niet in de wettekst genoemd.
De wet spreekt echter wel over grondrechten. Daarom zullen politici in het debat de wet aangrijpen om het thema seksuele diversiteit flink voor het voetlicht te halen. Zeker in het licht van de ontdekking van bepaalde teksten over homoseksuelen en andere gevoelige onderwerpen op de islamitisch-salafistische scholen. Er lopen in Den Haag helaas politici rond die dan onmiddellijk de pijlen richten op de orthodox-christelijke scholen. Zo moet minister Slob onderzoeken of passages uit de reformatorische lesmethode ”Wonderlijk gemaakt” wel passen binnen de kerndoelen over seksuele diversiteit die de overheid gesteld heeft.
Holocaust
Toch is er ook een andere kant. Onze regering wil met deze wet bevorderen dat burgerschapsvorming zich richt op drie hoofdzaken. In de eerste plaats moeten leerlingen zich de rechten en plichten van een democratische samenleving eigen maken. Recent bezocht ik een school in de binnenstad van Rotterdam waar een docent zijn leerlingen met veel passie en liefde de Nederlandse taal probeerde aan te leren. De klas bestond uit vijftien leerlingen, onder wie vluchtelingen, uit zeven verschillende landen. Deze leerlingen weten niets van de Nederlandse democratische grondrechten. Dan ga je wel begrijpen dat burgerschapsonderwijs nodig is.
In de tweede plaats moeten de scholen bijdragen aan het ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties, zodat de leerlingen deel kunnen uitmaken van de Nederlandse samenleving. Daar horen ook waarden als respect en verdraagzaamheid bij. Dat is helemaal niet meer vanzelfsprekend. Veel allochtone leerlingen krijgen van huis uit heel andere waarden en opvattingen mee. Menig docent maatschappijleer krijgt te maken met felle weerstand van leerlingen als die het bijvoorbeeld over de Jodenvervolging heeft. De Holocaust zou verzonnen zijn, wordt dan gezegd. Het gevolg van dit soort vervelende discussies in de klas is dat de docent zo’n thema niet meer aan de orde durft te stellen.
En laten we eerlijk zijn: ook bij onze leerlingen is het besef van de rechten en plichten van de democratie niet vanzelfsprekend. Integendeel, ze hebben bijvoorbeeld moeite met het aanvaarden van gezag en regels. Waarom je belasting betalen? Een beetje burgerlijk ongehoorzaam zijn mag toch wel? Er is ook voor christelijke en reformatorische scholen nog wel wat te doen.
Persoonsvorming
De wet zegt in het derde punt dat goed burgerschap op de scholen overal merkbaar moet zijn. In het gedrag van docenten, in het gedrag van leerlingen. Daarom wil ik pleiten voor goed burgerschapsonderwijs op onze christelijke en reformatorische scholen. Juist op deze scholen staat vorming centraal. Het biedt ons een grote kans om vanuit onze missie inhoud te geven aan dit vak.
Die missie spreekt over het liefhebben van God en onze naaste. Deze vorming gaat veel dieper dan burgerschap. Het is persoonsvorming. Het gaat hierbij ten diepste om het leren kennen en dienen van God. De leerlingen moeten zich leren gedragen als christen, in het leven van alledag. Dan kunnen ze later als goed burger ook iets betekenen voor de samenleving. Burgerschapsonderwijs, een stimulans om met elkaar op de scholen aan het werk te gaan.
De auteur is bestuurder van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College.