Zien wat Antoni van Leeuwenhoek zag
Preparaten die zich ooit in de collectie van Antoni van Leeuwenhoek bevonden, zijn in Rijksmuseum Boerhaave in Leiden opnieuw onder diens originele microscopen gelegd en daar doorheen met moderne technieken gefotografeerd. Hedendaagse wetenschappers hopen door bestudering ervan een beter inzicht te krijgen in de werkwijze van hun legendarische collega.
Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) maakte zijn eigen microscopen waardoor hij als eerste zaadcellen en bloedlichaampjes zag en ‘kleine dierkens’ ofwel bacteriën. “Met zijn microscopen opende Van Leeuwenhoek een geheel nieuwe wereld die geen mens ooit eerder had gezien, namelijk die van de microkosmos.”, zegt directeur van Rijksmuseum Boerhaave Amito Haarhuis.
Van Leeuwenhoek correspondeerde tussen 1670 en 1720 met wetenschappers van The Royal Society in Engeland en stuurde diverse preparaten mee. Deze preparaten zijn de oudst bewaard gebleven voorwerpen die door een microscoop zijn gezien, aldus het museum. Het gaat onder meer om het preparaat van de oogzenuw van een koe, gedateerd op 4 december 1674.
Het publiek kan de foto’s en een filmpje op de website van het museum bekijken.