Pronk zet Sudan onder druk
De speciale gezant van de Verenigde Naties voor Sudan, de Nederlandse oud-minister Pronk, heeft woensdag gezegd dat er door Sudan nauwelijks enige vooruitgang is geboekt bij de naleving van een resolutie van de Veiligheidsraad. Die gaf Sudan tot 30 augustus de tijd om de Arabische milities te ontwapenen. Als Khartoem geen gehoor geeft aan de oproep, dreigen economische of diplomatieke sancties.
Pronk zei dat hij van de regering in Khartoem nog de namen moet krijgen van de Arabische milities, Janjaweed, die beschuldigd worden van buitensporig geweld - sommigen spreken van genocide. Er zijn door de Sudanese regering enkel algemene instructies gegeven dat iedereen de wapens moet neerleggen, maar specifieke bevelen waren er niet, aldus Pronk. Hij zei dat het uiterst belangrijk is dat de Janjaweed-milities worden geïdentificeerd en in de gaten worden gehouden.
Een speciale VN-delegatie buigt zich nu over de vraag of Sudan voldoende meewerkt. Dat betekent de terugtrekking van militairen uit vluchtelingenkampen, de identificatie van de Janjaweed, het handhaven van de veiligheid in de getroffen gebieden en het boeken van vooruitgang in de onderhandelingen met de rebellen.
Pronk riep verder de internationale gemeenschap op de humanitaire crisis in Sudan de hoogste prioriteit te geven en vroeg een kleine 360 miljoen euro om de bevolking in Darfur tot het einde van dit jaar te kunnen helpen.
De Sudanese minister van Landbouw, Majzub al-Khalifa Ahmad, zei woensdag in het Nigeriaanse Abuja, waar vredesbesprekingen tussen de regering en twee rebellenbewegingen worden gevoerd, dat Sudan geen behoefte heeft aan vredestroepen van de Afrikaanse Unie (AU) in Darfur. Hij voegde hieraan toe dat de AU-troepen die er al zijn, ongeveer 150 Rwandese manschappen, kunnen blijven om de 80 militaire waarnemers te beschermen. Zij kunnen voorts de rebellen begeleiden die moeten terugkeren naar hun kazernes.
De Sudanese bewindsman voerde het woord op de derde dag van de besprekingen in Abuja. De delegaties begonnen woensdag eindelijk aan de opstelling van een formele agenda voor het beraad, nadat de rebellenleiders hadden ingestemd met overleg over de terugkeer van hun manschappen naar de kazernes. De rebellen weigeren hun wapens neer te leggen zolang de Janjaweed dit ook niet doen.
Peter Holdsworth van het bureau voor humanitaire hulp van de Europese Commissie (ECHO) zei woensdag in Khartoem dat jonge meisjes in opvangkampen in Darfur nog steeds het slachtoffer zijn van verkrachtingen. Alleen al in één kamp in Jebel Morrah, in Zuid-Darfur, zijn deze maand 136 meisjes in de leeftijd van negen tot vijftien jaar verkracht door leden van de Janjaweed.
Holdsworth meldde voorts dat internationale hulp aan de ontheemden tot dusverre slechts 48 van de 148 kampementen heeft bereikt. De leider van de ECHO-missie, Ivo Freijsen, zei dat burgers in de streek nog steeds worden aangevallen en geïntimideerd.
De voortdurende schendingen van de mensenrechten van ontheemden of vluchtelingen in Darfur baren de EU zorgen. De Europese Commissie heeft woensdag voor 20 miljoen euro extra hulp aangekondigd.