Volle agenda voor koning bij bezoek aan India
Koning Willem-Alexander wordt zondagavond samen met koningin Máxima verwacht in de Indiase hoofdstad New Delhi. Maandagochtend begint daar het staatsbezoek aan het Aziatische land. De koning en zijn vrouw worden dan ontvangen door president Ram Nath Kovind in het presidentieel paleis Rashtrapati Bhavan.
Willem-Alexander vertelde het Indiase persagentschap ANI eind vorige maand dat hij uitkeek naar het bezoek. „India is voor Nederland een heel belangrijk land”, aldus de koning die in 2007 zijn moeder Beatrix vergezelde bij haar tweede staatsbezoek aan de opkomende Aziatische grootmacht. Het belang van India uit zich op vele terreinen: zowel economisch als politiek, als strategische partner van zowel Nederland als de Europese Unie.
Vandaar ook dat in het kielzog van het koningspaar naast minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) nog drie bewindslieden meereizen aan het hoofd van een eigen handelsdelegatie: minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), minister Bruno Bruins (Medische Zorg en Sport) en staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat).
Het handelsvolume tussen Nederland en India is bescheiden - Im-en export halen samen nog geen tien miljard euro - maar wat telt zijn de onderlinge investeringen. Die zijn met tweehonderd Indiase bedrijven in Nederland aanzienlijk en andersom zijn ook veel Nederlandse ondernemingen actief in India. Het staatsbezoek en de handelsmissies, die zich met name richten op innovatie, water, gezondheidszorg en landbouw, moeten het volume een flinke impuls geven.
In het programma van het staatsbezoek is ook aandacht voor het gezamenlijk verleden, die met name in en rond Kochi - een vroegere nederzetting van de VOC - wordt uitgelicht. Daar staat overigens niet zo zeer de vroegere handel centraal maar de hulp die Nederland op het gebied van watermanagement kan bieden aan de met overstromingen kampende deelstaat Kerala.
Na het staatsbezoek worden koning en koningin verwacht in Japan voor de inhuldiging van keizer Naruhito op 22 oktober.