Pleidooi voor voorlichting orgaandonatie op scholen
Middelbare scholieren moeten met verplichte voorlichting voorbereid worden op de keuze die ze op hun achttiende levensjaar over orgaandonatie moeten maken.
Dat stelde het Nationaal Instituut Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) dinsdag in een aanbeveling aan minister Hoogervorst (Volksgezondheid).
Onlangs bracht de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) al een positief advies uit over het verplicht aan de orde stellen van het onderwerp orgaan- en weefseldonatie in het voortgezet onderwijs. Het SLO-rapport ”Bewust Donor…?” bevat een gedetailleerd overzicht van de mogelijkheden voor deze verplichting voor de schooltypen vmbo, havo en vwo, voor zowel verplichte vakken als keuzevakken.
Alle Nederlandse jongeren ontvangen rond hun achttiende verjaardag van het Donorregister de vraag of ze bij overlijden vitale organen beschikbaar stellen voor transplantatie. Volgens het NIGZ weten scholieren daar vaak weinig van.
Het NIGZ verzorgt de voorlichting over de orgaandonatie. Het instituut heeft twee jaar geleden een onderwijspakket ontwikkeld, dat inmiddels door bijna de helft van alle middelbare scholen wordt gebruikt. Het pakket bevat een video, een vragenlijst en discussieonderwerpen. „Het is goede informatie, hoewel het NIGZ in een lastig pakket zit: het moet objectieve informatie verstrekken en tegelijkertijd donoren werven”, zegt directeur dr. R. Seldenrijk van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).
Het christelijk onderwijs besteedt volgens Seldenrijk behoorlijk wat aandacht aan het onderwerp. De NPV heeft een informatiepakket samengesteld waarin de principiële aspecten aan de orde komen die in het NIGZ-pakket ontbreken.
Het verplicht stellen van het thema gaat Seldenrijk te ver. „Nog geen 1000 mensen per jaar ontvangen een orgaan. Dan is het onevenwichtig om dit onderwerp er zo uit te lichten. Dan zou het verbreed moeten worden tot aandacht voor het werken in de gezondheidszorg.”
De Wet op de orgaandonatie wordt dit jaar voor de tweede keer geëvalueerd. Bij de eerste evaluatie, in 2002, werd al besloten de voorlichting over het Donorregister te intensiveren.
Het Donorregister is een centraal registratiesysteem waarin de namen van alle Nederlanders staan die hun organen en/of weefsels beschikbaar stellen voor donatie. Ook degenen die geen donor willen zijn, of de keus aan hun nabestaanden willen overlaten, kunnen dat laten vastleggen. Artsen gebruiken het register om na te gaan of een overledene een potentiële donor is. Zij kunnen het register 24 uur per dag en zeven dagen per week telefonisch raadplegen. Er zijn allerlei maatregelen genomen om de privacy van de geregistreerden te waarborgen.
Het NIGZ verwacht dat de discussie over orgaandonatie dit jaar naar een climax zal gaan. Het instituut is voorstander van een nieuw systeem waarbij iemand automatisch als donor wordt aangemerkt, tenzij hij of zij schriftelijk heeft laten weten geen donor te willen zijn.
Verschillende andere Europese landen hebben reeds zo’n geenbezwaarsysteem. In Nederland moeten mensen zich nog zelf melden als ze donor willen zijn. Er bestaat echter een aanzienlijk tekort aan mensen die organen na hun dood willen afstaan. Daardoor staan ruim 1400 mensen op een wachtlijst voor een orgaan.
Eenderde van de Nederlanders staat geregistreerd in het donorregister en de helft van hen is bereid donor te zijn. Als er niets is vastgelegd, mogen de nabestaanden beslissen. Die zeggen meestal nee als de wens van de nabestaande niet bekend is.
De christelijke partijen voelen weinig voor wijziging van het huidige systeem. CDA, ChristenUnie en SGP zien meer heil in extra voorlichting. Volgens onderzoekers levert het geenbezwaarsysteem nauwelijks meer donoren op.