Vioolblok en bidprent uit kogge op expositie Kampen
Enkele onderdelen van de kogge die in 2016 uit de IJssel werd gehaald, zijn vanaf zaterdag te zien in een museum in Kampen. Het gaat onder meer om een vioolblok, waarmee het zeil werd gehesen.
Het 600 jaar oude wrak van de kogge werd in 2008 bij Kampen gevonden. In 2016 werd het in relatief goede staat van de rivierbodem gehaald. Het duurt nog zeker vijf of zes jaar voordat hij genoeg is geconserveerd om aan het publiek te tonen. Daarom is er tot 8 december een tussentijdse expositie in het Stedelijk Museum Kampen.
Het echte pronkstuk van de tentoonstelling? Daar hoeft Theo van Mierlo, historicus bij het museum niet lang over na te denken. „Dat is onze Diederic.” Van Mierlo toont een koperen grafplaat. „Die is van Diederic Brant. Hij was burgemeester van Kampen en is in 1368 overleden.” Brant voer in die tijd met een kogge naar Lübeck, in het huidige Duitsland en daarna naar Skanör, in Zweden. Hij deed dat om te bemiddelen in een oorlog. In Skanör overleed hij aan de pest en werd hij begraven in een kerk. De grafplaat belandde later in een museum en is nu in bruikleen gegeven aan Kampen. De zerk wijst volgens Van Mierlo op de macht die Hanzesteden hadden. Burgemeesters konden invloed uitoefenen in oorlogen.
Golgotha
Het vioolblok waarmee het zeil werd gehesen, is een ander topstuk. Het is een van de eerste houten voorwerpen uit de kogge die kan worden getoond. Van Mierlo wijst op enkele resten van tonnen die in het schip zaten. Ook liggen er dierlijke botten. „De kogge is waarschijnlijk bewust afgezonken om de verzanding van de IJssel tegen te gaan. Maar het is wel vreemd dat er nog veel voorwerpen aan boord waren, zoals tonnen met vlees. Dus misschien is er bij het afzinken iets niet goed gegaan.” Een gebroken kleitabletje is eveneens een opvallend voorwerp. Het is een soort stenen bidprentje met de afbeelding van Veronica, die de Heere Jezus zou hebben geholpen bij Zijn gang naar Golgotha.
Privileges
Aan de wand van een van de zalen van het museum hangen twee documenten uit 1251. Het museum toont ze vanwege de kwetsbaarheid vrijwel nooit. Het gaat om privileges die Kampen kreeg om handel te drijven. Het museum wil namelijk niet alleen delen van de kogge laten zien, maar ook aanduiden hoe belangrijk de periode tussen ongeveer 1250 en 1450 voor Kampen was. „Het was voor onze stad een gouden eeuw. Maar dan zonder slavernij en met eerlijke handel”, aldus Hanneke Bennett, PR-medewerkster van het museum. De kogge bracht rijkdom en macht. „Met de kogge kon om Denemarken heen worden gevaren. Met kleinere schepen ging dat niet.”
Behalve op de tentoonstelling, is er de komende tijd ook in de voormalige synagoge, in de Stadskazerne en op de Koggewerf het nodige te zien over de kogge.
Maritiem archeoloog Wouter Waldus presenteert zaterdag zijn boek over de vondst van de IJsselkogge. Hij is al vanaf het begin betrokken bij het onderzoek. Waldus: „In Noordwest Europa zijn inmiddels 36 wrakken van kogge-achtige schepen gevonden, waarvan 15 in Nederland. Maar goed-geconserveerde vondsten zoals de IJsselkogge zijn zeldzaam. Voor een scheepsarcheoloog is dit een ultiem project om te mogen uitvoeren.”
Voor Waldus is de kogge bij Kampen het mooiste project van zijn carrière. „Een ontdekking van dit kaliber heb ik niet eerder gedaan. Bij de lichting in 2016 verwachtte ik dat er wellicht nog een plank zou losraken, maar alles was goed vastgezet.”