Max Mol graaft een gang
Titel:
”Max Mol graaft een gang”
Auteur: Joke Verweerd en Remko van der Werf (illustraties)
Uitgeverij: Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2004
ISBN 90 239 9100 1
Pagina’s: 28
Prijs: € 12,90. Mozaïek opent zijn nieuwe label Mozaïek Junior met een prentenboek van Joke Verweerd en Remko van der Werf. ”Max Mol graaft een gang” vertelt over Max die graag groot wil zijn en zijn ouders laat zien dat hij al best zelf een gang kan graven.
Max Mol en zijn zusje Marte moeten thuisblijven als papa en broer Melle meegaan met de graafploeg. Max wordt boos en stampt op de grond. Hij vindt zichzelf ook groot genoeg om mee te graven. Hij besluit zelf een gang te gaan maken. Zijn zusje waarschuwt hem, maar Max trekt zich er niets van aan. „Ik ga linksaf”, zegt Max. „Een nieuwe gang graaf ik, naar een ver en mooi land. Als papa thuiskomt, zal hij vast blij zijn. Max wordt groot, zal papa zeggen, hij heeft zijn eigen gang gegraven!”
Max begint te graven. Hij graaft onder een vijver door en komt weer boven op een vuilstortplaats. Daar is een grote graafmachine aan het werk, en Max schrikt van die ”reuzenmol”. Hij duikt onder de grond en graaft verder, ervan overtuigd dat het mooie en nieuwe land nog een stukje verderop ligt.
De tweede keer ziet hij een speeltuin met veel groen. Dan ontmoet hij Koolmees. Ze raken in gesprek. Koolmees legt uit dat het helemaal niet leuk is om een grote mol te zijn, want „grote mollen kunnen helemaal niet goed horen. Die kunnen mij niet eens horen zingen.” Max vindt het lied van Koolmees juist prachtig. Dan vliegt Koolmees weg. Max roept hem na. „Nee! Niet weggaan! Ik ben de gang kwijt, ik weet onze mollenwei niet meer. Ik ben verdwaald!” Koolmees wijst Max de weg naar huis. Als hij thuiskomt zijn z’n vader en broer ook net weer terug. Max knikt als ze vragen of hij een gang heeft gegraven. Papa Mol zegt tegen mama: „Ons kleintje wordt groot, mama!”
Het prentenboek ”Max Mol graaft een gang” is de eerste in een reeks over sociaal-emotionele onderwerpen. Het thema waarover ”Max Mol graaft een gang” gaat, is ”groot willen zijn”. Het boek gaat inderdaad over een mol die graag groot wil zijn, maar of dit nou echt als sociaal-emotioneel onderwerp behandeld wordt, is de vraag. De ouders van Max gaan niet in op de behoefte van Max. Als Max bijvoorbeeld boos wordt omdat hij ook groot wil zijn, stampt hij een keer op de grond. Zijn moeder zegt meteen: „Nou is het klaar, Max!” en „Ga maar ergens anders stampen.” Logisch dat Max zich onbegrepen voelt. Vervolgens gaat Max zelf graven. Op een kleine waarschuwing van zijn zusje na, trekt niemand zich daar wat van aan. Terwijl je uit zijn denkwijze kunt opmaken dat hij een peutermol moet zijn. Als hij terugkomt van zijn avontuur, zijn z’n vader en broer ook al weer thuis. „De graafploeg is weer thuis, het was een lange dag.” Al die tijd is Max dus ook van huis geweest, en niemand heeft hem gezocht. Er komt zelfs geen noemenswaardige reactie van de kant van zijn ouders.
Nog een minpuntje aan dit prentenboek is dat er veel tekst wordt gebruikt. Dit is bij prentenboeken niet gebruikelijk. Ook in deze illustraties, van Remko van der Werf, valt een hoop te zien voor kinderen, zoals werkende kevertjes en miertjes en gekke meubelstukken die de familie Mol ongetwijfeld boven de grond heeft gevonden.
Al met al is ”Max Mol graaft een gang” een grappig, enigszins voorgekauwd prentenboek met niet al te veel bodem. Jammer dat het wel met dat stempel gepresenteerd wordt.