Buitenland

Afrikaanse Unie kan ingrijpen in Sudan

De Afrikaanse Unie (AU) is sinds twee jaar de opvolger van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE). De nieuwe unie heeft op papier reeds gebroken met een van de essentiële grondregels van de OAE. Die bepaalde dat de lidstaten zich niet mogen bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden van een andere lidstaat.

ANP
24 August 2004 21:24Gewijzigd op 14 November 2020 01:33

De OAE was vanaf haar oprichting in 1963 tot het begin van de unie in juli 2002 de vaandeldrager voor het streven Afrika van het kolonialisme te bevrijden en tot eenheid te smeden.

Maar de moeizame dekolonisering en de bloedige consequenties van de Koude Oorlog voor Afrika dwongen de OAE tot terughoudendheid. Zo werd bij de oprichting in mei 1963 niet–inmenging in de binnenlandse zaken van de lidstaten een soort geloofsbelijdenis. De OAE hoopte voorts meer bloedvergieten te voorkomen door vast te leggen dat de grenzen van de lidstaten onder alle voorwaarden dienden te worden gerespecteerd, ook al hadden de koloniale mogendheden die getrokken.

De huidige bemoeienissen van de AU met Darfur zouden de machthebbers in Sudan geen zorgen hoeven te baren, indien de unie de statuten van de OAE eenvoudig had overgenomen. Maar de unie is een andere organisatie met andere en volgens waarnemers verstrekkender ambities.

De klemtoon in de unie ligt uitdrukkelijk op economische samenwerking en integratie, oplossing van conflicten, daadkrachtige bestrijding van mensenrechtenschendingen en bestrijding van ziektes die het continent dood dreigen te laten bloeden. Voorts hameren de stukken van de AU op internationale samenwerking, vooral in het kader van de Verenigde Naties.

Een van de nieuwe bevoegdheden van de AU staat in artikel vier van de statuten, de Constituerende Akte. Die voorziet in „het recht van de Unie om in te grijpen in een lidstaat in opdracht van de vergadering van staatshoofden (hoogste orgaan van de AU), wanneer zich ernstige zaken voordoen, zoals oorlogsmisdaden, volkerenmoord en misdaden tegen de menselijkheid". Het zijn juist deze drie ernstige zaken die in Darfur aan de orde van de dag zijn.

De AU staat evenwel nog in de kinderschoenen en lijdt aan geldgebrek. De vele organen van de unie zijn volgens sommige waarnemers vooralsnog eerder dromen dan realiteit.

Maar de toon is gezet. Zo wordt er bij de AU onder meer gewerkt aan een Vredes– en Veiligheidsraad. In die raad worden volgens de plannen vijftien lidstaten belast met rampenbestrijding en veiligheidsvraagstukken. Zij worden geacht zich juist wel te bemoeien met binnenlandse zaken van lidstaten. Ze zouden op gezag van de unie ook moeten ingrijpen om volkerenmoord en ernstige mensenrechtenschendingen of gewelddadige conflicten te voorkomen.

De arme AU kan vooralsnog militair weinig uitrichten, maar de wil is aanwezig en buitenlandse hulp is op komst. Met name de VS, Frankrijk en Groot–Brittannië zien het nut van een permanente Afrikaanse vredesmacht in. President Bush opperde in juni zelfs 660 miljoen dollar aan het Congres te vragen voor een Afrikaanse vredemacht van minstens 75.000 man.

Met buitenlandse hulp, vooral training, uitrusting, toegang tot inlichtingen en luchtsteun, zou zo’n strijdmacht snel van de grond kunnen komen.

In verscheidene brandhaarden in Afrika hebben de Verenigde Naties vele duizenden Afrikaanse militairen ingezet. De VN en de AU hebben vorig jaar afgesproken het aantal op te voeren tot meer dan 50.000.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer