‘Bescherming erfgoed schiet tekort’
De bescherming van cultureel erfgoed tegen verkoop naar het buitenland schiet tekort. Dat concludeert de commissie-Pechtold, die onderzoek deed na de commotie over de verkoop in New York door prinses Christina van een tekening van Peter Paul Rubens. Kunstliefhebbers waren boos omdat het werk niet eerst aan Nederlandse musea was aangeboden.
Nederland heeft in principe genoeg regels om zijn erfgoed te behouden. In de praktijk is er echter „onvoldoende aandacht” voor de toepassing ervan. Het ontbreekt aan visie op wat thuishoort in de Collectie Nederland, de vaderlandse kunstcollectie. Ook wordt te veel gedacht dat deze collectie ’af’ is, terwijl kunst en cultuur altijd in beweging zijn en „wat belangrijk is verandert met de loop van de tijd”, aldus Alexander Pechtold. De commissie roept de cultuurminister op een actiever en duidelijker beleid te voeren „om te voorkomen dat waardevolle cultuurgoederen en verzamelingen voor Nederland verloren gaan”.
„Dit advies gaat niet over de vraag of de verkoop van de tekening van Rubens voorkomen had moeten worden”, aldus de commissie. „Wel geeft het advies een antwoord op de vraag hoe de commotie rond dergelijke situaties in de toekomst voorkomen kan worden. De commotie ontstond doordat er zoveel vragen werden opgeworpen waar geen duidelijk antwoord op te geven was.”
De vraag of de Rubens voor Nederland behouden had moeten blijven „werd niet tijdig en niet zorgvuldig genoeg beantwoord door de overheid - ten onrechte, en niet voor het eerst”, schrijft de commissie. Ze pleit voor een heldere visie op wat behouden moet blijven en een bewuster beleid voor het definitief aanwijzen daarvan. Een onafhankelijke deskundigencommissie moet hierover adviseren. Deze kan ook een soort compensatie (”tegenprestatie”) voorstellen voor eigenaren van wie bezittingen als cultureel erfgoed worden bestempeld, waardoor ze hun kunst niet kunnen verkopen aan wie ze willen.
Het nationale aankoopfonds wordt al beter gevuld, maar zal niet gauw genoeg in kas hebben om bepaalde verschillen te dekken die sommige partijen misschien willen bieden. Minister Ingrid van Engelshoven hoopt zo snel mogelijk met een beleidsreactie op de conclusies te komen, maar zei over die tegenprestatie al dat „niks tot elke prijs” zal gebeuren.