Verdediging: rechtszaak ‘Noffel’ moet opnieuw
De verdediging van Naoufal ‘Noffel’ F. vindt dat de eerder dit jaar tegen hem gevoerde rechtszaak moet worden overgedaan door een andere rechtbank. F. (39) kreeg in juli van de rechtbank in Amsterdam levenslang voor het aansturen van de moord op Ali Motamed, december 2015 in Almere. Maar volgens zijn raadslieden had de rechtbank in Amsterdam de zaak nooit mogen behandelen.
Dit bleek maandag tijdens een inleidende zitting in het hoger beroep van F. In de rechtbank op Schiphol stelde zijn raadsman dat het OM de zaak tegen F. had moeten aanbrengen bij de rechtbank in Lelystad. Op het moment dat ‘Noffel’ als opdrachtgever werd gedagvaard, liep daar het proces al tegen de uitvoerders van de moord op Motamed.
Volgens de advocaat van F. staat in de wet dat verdachten van hetzelfde misdrijf niet tegelijkertijd bij verschillende rechtbanken mogen worden vervolgd. De kwestie werd ook al aan de orde gesteld toen de zaak nog bij de rechtbank speelde, „maar in plaats van zichzelf onbevoegd te verklaren heeft de rechtbank een belangenafweging gemaakt. Dat is niet de taak van een rechtbank. Dat heeft de wetgever al gedaan”, zei hij.
De raadsman zei dat ook justitie beter had moeten weten, maar dat uit alles blijkt dat het OM het proces tegen F. „gewoon wilde samenvoegen” met een eerder in Amsterdam gevoerde strafzaak. Daarin kreeg F. vorig jaar achttien jaar celstraf voor het aansturen van een moordpoging in Diemen, november 2015. Ook in die zaak loopt het hoger beroep nog.
De aanklager verzette zich fel tegen de suggestie van de raadsman. Weliswaar wil het OM beide zaken in hoger beroep samenvoegen, van „kwade wil of misbruik van het procesrecht is geen sprake”, zei hij. Volgens hem is F. bovendien „niet daadwerkelijk benadeeld”.
Het gerechtshof doet 14 oktober uitspraak.