Hoe kwetsbaar dat de Nederlandse eenheid heeft gemaakt, werd tien dagen geleden duidelijk toen militairen in een goed voorbereide hinderlaag liepen die het leven kostte aan een marechaussee en waarbij vijf militairen zwaargewond raakten. De aanvullende maatregelen die zijn genomen om de Nederlandse inlichtingenpositie te verbeteren, moeten het gat compenseren, maar zullen nooit de garantie kunnen bieden dat er geen nieuwe aanslagen plaatsvinden, zei Kamp.

Volgens Kamp zijn er individuele leden van de veiligheidsdiensten die niet loyaal zijn aan de Iraakse regering en de lokale overheden. Bovendien is er sprake van intimidatie van leden van politie of leger. Nederland kan er daarom niet zeker van zijn dat alles wat de Iraki’s van de lokale bevolking horen ook bij de Nederlandse eenheid terechtkomt.

Daar komt bij dat de Iraakse bevolking „in algemene zin weerzin koestert tegen de aanwezigheid van buitenlandse troepen. Maar voor Nederland is er geen alternatief dan zich richten op de bevolking. De inzet van de Nederlandse troepen is bevoegdheden overdragen aan de Iraki’s en als dat gelukt is weer terug te keren naar Nederland." Maar dat brengt wel met zich mee dat de militairen verder van de bevolking af komt te staan en minder te horen krijgt, aldus Kamp.

De bewindsman voelt er echter op dit moment weinig voor om nog meer mensen en materieel naar Irak te sturen. „Meer mensen en materieel in het inzetgebied brengt ook extra risico’s met zich mee."