Alles in de Zoon
Genesis 9:27
„God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten; en Kanaän zij hem een knecht.”
Zo is in Jezus’ geboorte op een uitnemende wijze gebleken de eer en heerlijkheid van Gods macht. Daarom zingt de heilige maagd Maria in haar lofzang: „Hij heeft grote daden aan mij gedaan, Hij Die machtig is” (Lukas 1:49). O, wat is dat een bijzondere uitnemende macht! De Heere geeft een teken dat een maagd, zonder de wil van de man en van het vlees, maar door de kracht van de Allerhoogste en de werking van de Heilige Geest, zwanger zou worden en een Zoon baren, de Immanuël, de God met ons (Jesaja 7:14). Hij schept wat nieuws op aarde, iets dat nooit gehoord of geschied is en ook nooit meer geschieden zal, noch gehoord worden. De vrouw, zonder de wil des mans, omvangt de held en man (Jeremia 31:22). Door Hem heeft God de Heere hulp en verlossing besteld (Psalm 89:20). Hij doet op Hem rusten de Geest van de macht (Jesaja 11:2). Hij heeft Hem gezalfd met macht (Handelingen 10:38), door Wie Hij grote en zeer wonderlijke dingen heeft gedaan op de aarde (Mattheüs 11:5).
Fridericus Ragstat à Weille, predikant te Spijk (”Noachs profetie”, 1685)