„Bewapende diplomatieke missie”
De ene missie is nog niet weg of het kabinet biedt de volgende groep militairen en middelen alweer aan. Naast Irak is Afghanistan het nieuwe speerpunt. „De situatie is er rustig maar niet stabiel.”
Een mitrailleur boven op een patrouillevoertuig? Niet nodig, oordeelt kolonel Jan van Hoof, commandant van de groep Nederlandse militairen die komende maand neerstrijkt in het noorden van Afghanistan. „Noem het een bewapende diplomatieke missie. We gaan vooral in gesprek met de lokale bevolking en hun krijgsheren.”
De missie van Van Hoof en zijn 130 militairen naar Afghanistan zit al enkele maanden in de pen. De eenheid maakt deel uit van de internationale veiligheidsmacht ISAF, die tot doel heeft het land te stabiliseren. Dat is tot nu toe alleen enigszins gelukt in de omgeving van de hoofdstad Kabul. Met zogeheten provinciale reconstructieteams (PRT’s) probeert ISAF de invloed van de centrale regering voorzichtig uit te breiden naar de rest van het land.
De Nederlandse militairen strijken neer in Pol-e Khomri, in de provincie Baghlan, een slordige 250 kilometer ten noorden van Kabul. „De situatie is er rustig maar niet stabiel”, verzekerde Van Hoof maandag tijdens een presentatie op de Limburgse luchtmachtbasis De Peel.
Voor Van Hoof, commandant van de Groep Geleide Wapens van de luchtmacht, en zijn mannen en vrouwen is de klus in het land op 5500 kilometer van Nederland geen alledaagse. Normaliter zijn ze op De Peel in de weer met Patriot-raketten. Vorig jaar maart nog stonden de systemen in Turkije om eventuele aanvallen vanuit Irak af te slaan.
Het meeste gevaar kan het team verwachten van restanten van de Taliban en van al-Qaida-eenheden en ontevreden lokale krijgsheren. Taak is te voorkomen dat de vlam in de pan slaat, vooral in de aanloop naar de Afghaanse presidentsverkiezingen op 9 oktober. Het eerste wat Van Hoof te doen staat, is het in kaart brengen van de lokale machtsverhoudingen en de personen die daarbij horen. Patrouilles -„bij daglicht”- proberen contacten te leggen in de lokale samenleving.
Net als in het begin in Irak probeert Van Hoof de militaire uitstraling van zijn missie zo laag mogelijk te houden. Geen mitrailleurs op de open jeeps en geen pantservoertuigen. Hij wil zelfs zo snel mogelijk overstappen op burgerwagens (”fourwheeldrives”) om het diplomatieke karakter van zijn missie te benadrukken.
De commandant komt terecht in een ruig, moeilijk toegankelijk bergachtig gebied met temperaturen die schommelen van 44 graden in de zomer tot min 23 graden in de winter. De stabiliteit die zijn team in de provincie moet brengen, zal zich voorlopig beperken tot de omgeving van de provinciehoofdstad Pol-e Khomri.
Naast het Nederlandse PRT zijn er ook vaderlandse Apaches-gevechtshelikopters in Afghanistan. Zij beschermen de regering. Vrijdag besloot het kabinet alweer tot een nieuwe uitzending: zes F-16’s voor Afghanistan. Ook zij moeten de presidentsverkiezingen van oktober beveiligen.
De gevechtsvliegtuigen, afkomstig van Volkel, worden binnenkort gestationeerd op een basis bij Manas, in Kirgizië. Vandaar is het anderhalf uur vliegen naar Afghanistan.
Minister Kamp van Defensie zet de toestellen in na een verzoek van de NAVO. En de NAVO-baas is sinds dit jaar de Nederlander Jaap de Hoop Scheffer. Die moest de afgelopen maanden bij de lidstaten leuren om mensen en materieel voor Afghanistan. De Hoop Scheffer weet dat hij niet tevergeefs een beroep op ’Den Haag’ doet.
De militair publicist Schaberg, een generaal buiten dienst, vroeg zich onlangs af waarom Den Haag vliegtuigen inzet „terwijl de behoefte anders is? De echte reden is dat de Nederlandse politiek wel internationale pretenties heeft maar geen enkel risico wil lopen.” Volgens Schaberg zijn grondtroepen heel hard nodig. Iets waar ook president Karzai van Afghanistan al maanden openlijk om vraagt.
Volgens Defensie stonden F-16’s ook op het wensenlijstje van de NAVO. „Bovendien hebben we daar ervaring mee.” In het kader van de operatie ”Enduring Freedom” vlogen Nederlandse jachtvliegtuigen tussen 2002 en 2003 al boven Afghanistan.
Behalve Van Hoof en zijn PRT-team vertrekt binnenkort ook een lichte infanterie-eenheid van de landmacht naar het naburige Kunduz. De Duitsers, die deze provincie hebben ’geadopteerd’, hebben om Nederlandse steun gevraagd tijdens de presidentsverkiezingen. Het Nederlandse peloton onder leiding van majoor Clocquet moet gedurende twee maanden de ogen en oren vormen van het Duitse PRT-team. Het moet de Duitse commandant waarschuwen als er iets smeult.