Iedere dag houden drie melkboeren ermee op
Het aantal melkveehouders in Nederland daalt in „schrikbarend” tempo. Elke dag stoppen drie boeren met het uitoefenen van hun beroep. Het grootste probleem voor de ondernemers is dat de opbrengstprijs voor de melk daalt, terwijl de kostprijs stijgt.
Dat heeft de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) maandag gezegd. De afgelopen negen jaar is het aantal melkveehouders met eenderde afgenomen tot 24.000. „Als de prijs zo laag blijft, zullen nog veel meer melkveehouders ermee stoppen”, aldus de NMV.
Volgens een woordvoerster van de belangenorganisatie kunnen veel melkveehouders hun bedrijf amper of niet kwijt. „Het aantal boeren dat met zijn bedrijf wil stoppen ligt nog veel hoger dan het aantal dat er daadwerkelijk mee stopt. Ze kunnen de grond en de gebouwen natuurlijk niet voor een appel en een ei van de hand doen.”
Een andere oplossing voor de boeren in nood is om nieuwe productiemiddelen aan te schaffen. „Dat is een normale zet in economisch mindere tijden”, weet de woordvoerster. „Het idee daarachter is echter dat je een periode overbrugt om in vette tijden die investeringen terug te verdienen. Het lijkt er niet op dat die periode ooit nog zal aanbreken.”
De lage opbrengstprijs is volgens de NMV mede het gevolg van Europees beleid, dat een te ruim productieplafond heeft vastgesteld. De kostprijs van een liter melk ligt op dit moment op 48 eurocent, terwijl de opbrengstprijs vorige jaar 32 eurocent was. De boeren vinden dat de zuivelcoöperaties niet genoeg hun best doen om de prijs op te krikken.
Verder vrezen melkveehouders het mestbeleid van de Europese Commissie. Begin juli heeft Nederland op last van Brussel het mestbeleid aanmerkelijk moeten aanscherpen. Volgens de NMV zal dat grote schade veroorzaken bij boeren. De belangenorganisatie wil die schade verhalen op de staat.
De NMV heeft de financiële gevolgen van de fosfaatnormaanscherping laten berekenen door accountantskantoor AVM Agro Bedrijfsadvies. De belangenorganisatie maakt dinsdag meer bekend over de claim die bij de staat zal worden neergelegd „indien de normen niet minimaal worden verhoogd tot de noodzakelijke en toegezegde evenwichtsbemesting.”