VS voeren druk op Al-Sadr op
Amerikaanse troepen hebben maandag de druk op sjiitische opstandelingen in de Iraakse stad Najaf opgevoerd. Amerikaanse tanks en sluipschutters namen posities in op korte afstand van de Imam Ali-moskee, die nog steeds wordt bezetgehouden door strijders van de radicale geestelijke Al-Sadr.
Maandagavond voerden Amerikaanse vliegtuigen bombardementen uit op doelwitten in de oude stad. Volgens een medewerker van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr zijn de minaret en de gouden koepel van de Imam Ali-moskee en de muur rondom het moskeeterrein daarbij beschadigd door granaatscherven. Volgens het Amerikaanse leger is de schade veroorzaakt door een raket die vanaf het moskeeterrein door de opstandelingen werd afgevuurd.
Ook overdag werd er hevig gevochten in de oude stad. Volgens de opstandelingen, volgelingen van Al-Sadr, kwamen twee strijders om het leven, maar een arts in het ziekenhuis zei dat er veel meer slachtoffers waren, die echter niet konden worden bereikt door de gevechten.
Volgens ooggetuigen is het aantal opstandelingen in Najaf met de nadering van de Amerikanen beduidend geslonken. Al-Sadr zelf is al dagenlang niet in het openbaar verschenen. De politie reed in Najaf rond en verkondigde via luidsprekers dat Al-Sadr Najaf was ontvlucht. Medewerkers van de islamitische geestelijke spraken dat tegen. Volgens hen is Al-Sadr nog steeds in de stad en geeft hij leiding aan de militaire operaties.
Al-Sadrs militie zegt bereid te zijn de Imam Ali-moskee over te dragen aan medewerkers van grootayatollah Ali al-Sistani, de hoogste sjiitische leider in Irak. Die zijn in principe ook bereid daarop in te gaan, maar de twee partijen kunnen het niet eens worden over een aantal details. Zo wil Al-Sadr dat medewerkers van Al-Sistani de moskee eerst komen inspecteren voordat de sleutels worden overgedragen, om te controleren of er geen kostbaarheden worden vermist. Al-Sistani’s medewerkers willen dat pas doen als het in Najaf weer veilig is. Tot die tijd willen ze de sleutel in bewaring houden.
In Sadr City, de sjiitische wijk van Bagdad waar ook een opstand is uitgebroken, vielen maandag vier doden en raakten negen mensen gewonden bij een explosie die zou zijn veroorzaakt door een Amerikaanse luchtaanval. Het Amerikaanse leger zei van niets te weten.
De Iraanse president Mohammad Khatami heeft maandag gezegd dat de regering in Teheran Al-Sadr niet steunt in zijn verzet. Khatami gaf de Amerikanen de schuld van de gevechten in Najaf. „Wij hebben nooit partij gekozen voor of tegen een bepaalde groep of factie in Irak”, zei de Iraanse president tegenover het staatspersbureau IRNA.
Vlak bij een militaire basis van de Japanse troepen bij de Zuid-Iraakse stad al-Samawah zijn zondagnacht motiergranaten ontploft. De politie in de stad heeft tal van huiszoekingen gedaan in de streek waarvandaan moet zijn geschoten. Er zijn daarbij volgens de Iraakse politie vijf mensen aangehouden, maar het is niet bekend of de arrestanten de granaten hadden afgevuurd, meldde het Japanse persbureau Kyodo. Zaterdagavond was de Japanse basis bij al-Samawah ook al beschoten.
Een Amerikaanse legeranalist verbonden aan de mariniers schat dat het neerslaan van het verzet in Irak tien jaar kan duren. De Verenigde Staten hebben vooralsnog naar schatting circa 140.000 militairen in Irak en de situatie in het land is verre van stabiel. Moorden, ontvoeringen en aanslagen zijn aan de orde van de dag. Allerlei bendes zijn betrokken bij het geweld zoals in de nieuwe „Bermudadriehoek voor buitenlanders” tussen Bagdad en Najaf. De streek ligt circa 40 kilometer ten zuiden van de hoofdstad tussen de plaatsen Latifiyah, Iskanderiyah en Mahmudiyah. Vrijdag verdwenen waarschijnlijk daar twee Franse journalisten. Een soennitische voorman meende maandag dat hun waarschijnlijk niets zal overkomen dankzij Frankrijks houding in het conflict, maar hij wist niet wie de mannen had ontvoerd.
De Nepalese regering beklemtoonde maandag dat haar landgenoten in Irak gewone arbeiders zijn. Nepal is beslist geen land dat deel uitmaakt van wat Washington „de coalitie” in Irak noemt, zei minister van Buitenlandse Zaken Prakash Sharan Mahat maandag op de Arabische tv-zender Al-Jazeera. Een groepering verspreidde zondag foto’s van een dozijn Nepalezen in Irak die zouden samenwerken met de Amerikaanse troepen.
In Mosul zijn maandag twee werknemers van een telecommunicatiebedrijf, een Filipijn en een Indonesiër, in hun auto doodgeschoten. In Tikrit schoten onbekenden een Turk en twee Irakezen dood. Ze werkten aan het herstel van een brug in de stad die door de Amerikanen is beschadigd.
Op een Amerikaanse basis in het Duitse Mannheim zijn gisteren hoorzittingen begonnen over de vervolging van militairen die Iraakse gevangenen mishandelden. De spraakmakende foto’s van gevangenen in de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis vormen het bewijsmateriaal in een proces tegen vier Amerikaanse soldaten.