Maatschappelijke diensttijd knokt met backpack
Jongeren in elf gemeenten gaan drie of meer dagen per week aan de slag in een maatschappelijke diensttijd. Jongeren die een tussenjaar hebben genomen of zijn uitgevallen op school, kunnen voor zo’n intensieve diensttijd kiezen in plaats van een backpackreis of baantje.
Deze variant van de vrijwillige maatschappelijke diensttijd legt een groter beslag op de deelnemer dan de proefprojecten die de afgelopen tijd zijn gestart. De opzet is dat de jongeren ieder voor zich en in groepsverband worden begeleid en worden aangemoedigd om nieuwe vaardigheden op te doen, laat verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis weten. Ze gaan 20 tot 28 uur per week besteden aan de diensttijd, die ze kunnen doorbrengen bij bijvoorbeeld Defensie, in de zorg of het welzijnswerk.
Blokhuis wil van deze proef met een intensieve maatschappelijke diensttijd weer leren om „de definitieve invulling van de maatschappelijke diensttijd zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de wensen, behoeften en mogelijkheden van jongeren”. De officiële, landelijke aftrap van de maatschappelijke diensttijd is in februari.