„Marokkaans gif”
Rutte staat aan het begin van zijn spreektijd stil bij het contrast tussen het „schokkende nieuws” van de moord op advocaat Derk Wiersum en de Prinsjesdag, eergisteren.
Voordat Rutte kan overgaan tot zijn inhoudelijke betoog, komt Wilders naar voren voor een interruptie. „Is de regering eigenlijk nog wel het gezag in Nederland?”, wil hij weten. Wilders somt een reeks geweldsincidenten op. „Bent u nog wel de baas? Is het gezag nog wel de baas? Of is het de mocromaffia die de baas is?”
Rutte spreekt van een veelkoppig gevecht. „Ja, wij zijn het gezag. Maar het wordt ons niet gemakkelijk gemaakt.”
Wilders zegt dat er wat moet gebeuren aan het „Marokkaanse gif, in ieder geval van de criminelen in Nederland, daar moeten we wat aan doen.”
Rutte erkent dat er een mocromaffia is er in Nederland. „Maar dat betekent niet dat er een Marokkanenprobleem is in Nederland. Er is een mocromaffiaprobleem in Nederland, ja, dat is er. Maar er is geen Marokkanenprobleem in Nederland.”
Wilders: „Wij hebben nooit gezegd dat er geen Marokkanen zijn die deugen, dat is totale onzin. Er zijn heel veel Marokkanen die deugen, maar zegt u niet dat er geen Marokkanenprobleem is. Er is een Marokkaans gif in de Nederlandse samenleving – niet allemaal, maar wel heel veel. Deze maffia in Amersterdam komen niet uit Noorwegen, maar komen uit Marokko.”