Mores onderwereld staan bij het vuilnis
In maart 2016 werd op de stoep van de Amstelveenseweg in Amsterdam het hoofd van de 23-jarige Nabil Amzieb gevonden. Een dag eerder trof de politie zijn (onthoofde) lichaam in een uitgebrande auto in Amsterdam-Zuidoost. Het was een schokkend, huiveringwekkend dieptepunt waaruit de conclusie kon worden getrokken dat in de onderwereld de mores, voor zover deze ooit hebben bestaan, definitief bij het vuilnis zijn gezet.
Dat aard en aanzien van de georganiseerde misdaad in Nederland zijn veranderd, daar is iedereen die zich er uit hoofde van zijn vak mee bemoeit het over eens. In het bestek van ongeveer een decennium is een nieuwe generatie komen bovendrijven die het grofst denkbare, meest gewetenloze geweld gretig lijkt toe te passen. Liquidaties zijn elkaar in hoog tempo opgevolgd. Doorgaans gaat het om het elimineren van rivalen, verraders of tegenstanders. Meer dan eens werd de verkeerde getroffen - het fenomeen ‘vergismoord’ heeft zijn intrede gedaan, als onderdeel van het geweld. Eén enkele ‘onderwereldoorlog’ is het allang niet meer; het milieu geldt als fluïde en uitermate grillig, met vele dwarsverbanden en kruisbestuivingen.
Door de moord op advocaat Derk Wiersum en de moord op Reduan B. (maart 2018), respectievelijk de advocaat en de (niet-criminele) broer van kroongetuige Nabil B., lijkt onbetwistbaar dat het misdaadmilieu gerichte aanslagen op de periferie van criminele vijanden ook niet langer uit de weg gaat.
Nabil B. is de spijtoptant in het zeer omvangrijke onderzoek ‘Marengo’ naar een reeks criminele afrekeningen. Ridouan Taghi, afkomstig uit Vianen, geldt als het ultieme kopstuk van de bende die daar volgens justitie achter zit. Hij en zijn veronderstelde rechterhand Saïd Razzouki gelden inmiddels als de meest gezochte criminelen van Nederland. Volgens Taghi’s advocate staat allerminst vast dat haar cliënt iets met de moorden op Reduan B. en Wiersum te maken heeft.
Behalve het meedogenloze moorden vormt een enorme hoeveelheid ontcijferde berichten tussen criminelen het bewijs dat van enig geweten of mededogen geen sprake meer is. Sommige reeksen daarvan laten - veelal in schuttingtaal - pijnlijk gedetailleerd, stap voor stap zien hoe een beoogd slachtoffer zijn dood nadert. In andere wordt besproken wie de verdachten willen ‘laten slapen’ - onderwereldlingo voor liquideren.
Naast de ogenschijnlijk nietsontziende, vermeende bendeleiders is een kennelijk fors reservoir aan gewetenloze, kansarme en makkelijk beïnvloedbare jongens kenmerkend voor de huidige onderwereld. Vaak twintigers, soms jonger. Zij fungeren als ‘heads’ (schutters), spotters, chauffeurs of wapenstashers, tegen beloningen die een modaal maandinkomen soms nauwelijks overstijgen. Met de ruime beschikbaarheid van zware wapens is het recept voor een explosief Nederlands misdaadmilieu compleet.