Miljarden naar onderhoud van infrastructuur
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt komend jaar 2,6 miljard euro uit voor onderhoud aan wegen, het spoor en waterwegen. Veel sluizen, bruggen, tunnels en spoorverbindingen gaan al 75 jaar mee en moeten worden worden opgeknapt. Het is de bedoeling dat ze daarbij meteen ook duurzamer en betrouwbaarder worden gemaakt.
Door de economische voorspoed wordt het steeds drukker op de weg. „Dit stelt heel hoge eisen aan onze infrastructuur”, zegt verantwoordelijk minister Cora van Nieuwenhuizen. „Ik wil de basis op orde zodat mensen zich veilig en snel kunnen verplaatsen.”
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven voorziet dat het ook in de trein de komende jaren drukker wordt. Daarom is het volgens haar „belangrijker dan ooit dat het spoor er ook de komende decennia pico bello bijligt”.
Naast de forse investeringen in infrastructuur zijn miljoenen gereserveerd voor onder meer verbetering van de luchtkwaliteit, de aanpak van files, circulaire economie (recycling) en verduurzaming van het vervoer in het kader van het Klimaatakkoord. Ook krijgen gemeenten en provincies hulp bij de verbetering van de verkeersveiligheid.
Al met al moeten de bewindsvrouwen het in 2020 wel met minder geld stellen dan dit jaar. Hun departement mag volgens de rijksbegroting 7,9 miljard euro uitgeven, tegen 8,5 miljard euro in 2019.