Stammenstrijd verdeelt Israëliërs
Meer dan ooit treden de tegenstellingen tussen ultraorthodoxen en seculieren aan het licht bij de Israëlische verkiezingen van aanstaande dinsdag. Rivka Ravitz: „Dit heeft veel weg van een stammenstrijd.”
Ze is moeder van elf kinderen, leeft volgens de strikte joodse voorschriften die aan een ultraorthodoxe Haredi-vrouw worden gesteld én ze werkt aan een promotieonderzoek naar overheidsbeleid. Niet voor niets krijgt Rivka Ravitz (43) regelmatig de vraag hoe ze dát allemaal combineert met haar full time baan als stafchef van de Israëlische president Reuven Rivlin.
„Het valt wel mee”, glimlacht de hoogzwangere Ravitz in een zaaltje in Jeruzalem. Grote families is ze gewend. Ze heeft zelf negen broers en zussen; haar echtgenoot komt uit een gezin van twaalf kinderen. Ze trouwde op haar achttiende en is sindsdien kostwinner. „De meeste Haredi-mannen werken niet, maar bestuderen de Thora. De inkomsten komen voornamelijk van de vrouwen.”
In haar geval dus van een baan als presidentiële stafchef. Ze laat foto’s zien van ontmoetingen met de paus, Obama, Merkel en Trump. „Ultraorthodoxe vrouwen zijn niet zielig. Natuurlijk brengt mijn overtuiging beperkingen met zich mee. Mannen de hand schudden is bijvoorbeeld niet toegestaan. Maar daar was steeds alle begrip voor. Ik kon altijd dezelfde Rivka blijven.”
Of dat ook voor haar kinderen zal gelden, is iets wat Ravitz enorme zorgen baart. „De grootste bedreiging voor een Haredi-moeder is dat haar kinderen veranderen, niet in de voetsporen van hun ouders treden. Daarom hechten wij in onze gemeenschap zo veel belang aan onderwijs. Onze kinderen gaan op hun derde al naar school en op hun vijfde kennen ze grote delen van de Bijbel uit hun hoofd. Smartphones, films en computers zijn taboe. We proberen ze van jongs af aan onze normen en waarden in te scherpen.”
Desondanks ligt het gevaar van secularisatie steeds op de loer. En nergens is het risico van afdwalen zó groot als in het leger, meent de Israëlische. Mede daarom bestaat er in de ultraorthodoxe gemeenschap vanouds grote weerstand tegen de verplichte dienstplicht en wist ze het recht op vrijstelling steeds met succes te bevechten.
„De strijdkrachten zijn door en door seculier. Mijn neef besloot uit eigen vrije wil dienst te nemen. Hij keerde seculier terug”, aldus Ravitz. Tegelijk erkent ze dat het probleem alleen maar groter wordt. „De gemeenschap groeit bovengemiddeld; het leger heeft ons steeds harder nodig.”
Ontheffing
Het recht op vrijstelling van militaire dienstplicht voor ultraorthodoxen is inmiddels niet vanzelfsprekend meer. In september 2017 bepaalde het Israëlische hooggerechtshof dat het discriminerend –en dus ongeoorloofd– is dat de regering burgers om religieuze redenen ontheffing verleent. Vorig jaar viel het kabinet nog bijna over de kwestie en werden vervroegde verkiezingen op de valreep afgewend.
Maar na de verkiezingen van afgelopen april maakte beoogd coalitiepartner Avigdor Lieberman van de Ysrael Beiteinupartij er een regelrecht breekpunt van. Hij eiste dat bij wet wordt vastgelegd dat het aantal vrijstellingen elk jaar fors wordt verminderd. Als tegemoetkoming stelde premier Netanyahu voor dat de regering jaarlijks quota vaststelt, maar dat kon Lieberman niet over de streep trekken. De formatie mislukte. Dinsdag gaan de Israëliërs opnieuw naar de stembus.
Opnieuw is de dienstplicht een van de onderwerpen die de electorale gemoederen bezighouden. Maar dat is bepaald niet het enige als het gaat om kwesties die ultraorthodoxe en seculiere kiezers verdelen. De overheidssubsidie van talmoedscholen, winkelsluiting en stilleggen van het openbaar vervoer op sjabbat en het alleenrecht van het rabbinaat om huwelijken te sluiten, vormen slechts enkele van de pijnpunten. De onvrede in het seculiere kamp over de publieke verworvenheden van de religieuze gemeenschap groeit gestaag, evenals de angst voor de groeiende politieke invloed. Momenteel worden 16 van de 120 zetels in de Knesset door ultraorthodoxe parlementariërs bezet – en hun aantal zal na dinsdag zeker niet minder worden. „Dit heeft veel weg van een stammenstrijd”, meent Ravitz.
Politici als Avigdor Lieberman en Yair Lapid spelen in op die onvrede. En ze zijn niet de enigen. De linkse Democratische Unie brak een lans voor een seculier meldpunt, waar ontevreden kiezers gevallen van „religieuze dwang” kunnen melden.
De ultraorthodoxe partijen zitten op hun beurt ook niet stil. In een campagnespotje van de religieuze Shas zit een Joods echtpaar aan de sjabbatmaaltijd. De vader overziet de tafel en merkt dat alle andere stoelen leeg zijn. Hij vraagt aan zijn vrouw waar de kinderen zijn. Een dochter is naar een feestje, de andere naar het winkelcentrum. En zoonlief is naar het ministerie om een nieuw paspoort te halen. „Op sjabbat?”, vraagt de man ongelovig. „Dit is hoe de sjabbabat eruit ziet als we die niet tegen Lapid en Lieberman beschermen”, luidt vervolgens de boodschap.
De botsing van religieuze en seculiere culturen was niet wat de oprichter van de moderne staat Israël, David Ben Goerion, in 1949 voor ogen had, toen hij met de ultraorthodoxe rabbijnen een aantal privileges overeenkwam. Hij ging er ten onrechte vanuit dat de orthodoxie marginaal zou blijven en zich niet (al te veel) politiek zou manifesteren. Niets bleek minder waar.
Evenwicht
De religieuze partijen profiteerden niet alleen van het hoge geboortecijfer in hun achterban, maar wisten zich ook een cruciale positie te verwerven als broodnodige coalitiepartner. Die trend werd vooral na 1977 zichtbaar, toen de Likud van Menachem Begin de Arbeidspartij versloeg. Daarmee kwam een einde aan een lange periode waarin twee ideologisch tegengestelde kampen elkaar samen in één coalitie in evenwicht hielden. Voor vrijwel elke regering was voortaan deelname van religieuze partijen nodig. Dat bracht onderhandelingsruimte, die niet altijd in verhouding tot hun getalsmatige inbreng stond.
In het verleden is wel eens een regelrechte burgeroorlog voorspeld, maar dat is nooit gebeurd. De kloof tussen seculieren en ultraorthodoxen in Israël is diep, maar hun verschillen bewegen zich voornamelijk langs hetzelfde spectrum van geloof en tradities, legt Shmuel Sandler in een studie naar de tweedeling in de Joodse staat uit. Heel anders dan in samenlevingen als Noord-Ierland of België, waar de tegenstellingen veel absoluter zijn.
„Ultraorthodoxen niet bang voor verkiezingen”
De haredische partijen in Israël willen de rechten behouden die ze altijd gehad hebben. Dat zei Yitzhak Pindrus, Knessetlid van het ultraorthodoxe Verenigd Thora Judaïsme recent op een persbijeenkomst in Jeruzalem.
De haredim hebben zich sinds 1948 altijd voor twee kwesties ingespannen. De eerste is dat Israël een Joodse staat blijft. Dat slaat volgens hem niet op de basiswet over de Joodse natiestaat van vorig jaar. Die wet is omstreden, omdat deze geen melding maakt van gelijkheid tussen Joodse en niet-Joodse burgers, zoals de Onafhankelijkheidsverklaring van 1948 wel deed.
„Wij bedoelen met Joodse staat bijvoorbeeld dat de sjabbat de rustdag is in Israël”, zegt de parlementariër. „Er mogen geen treinen of bussen rijden op sjabbat. En dat officiële rabbijnen beslissen over huwelijk en scheiding. ”
De tweede kwestie is dat de, wat hij noemt, „Thora-Joden” speciale rechten hebben in de staat. Haredim hechten grote waarde aan eigen onderwijs. De haredische scholen dienen om de Joodse traditie door te geven aan de nieuwe generatie.
Een andere belangrijke kwestie is dat studenten aan de talmoedscholen recht hebben op vrijstelling van de militaire dienstplicht. Pogingen in het verleden om een einde te maken aan die vrijstellingen, zijn mislukt. Als politici weer pogingen ondernemen om de vrijstellingen in te perken, zullen die opnieuw mislukken, aldus Pindrus. „Je kunt geen 85.000 mensen in de gevangenis stoppen.”
De poging van premier Benjamin Netanyahu om een kabinet in elkaar te zetten, mislukte omdat Avigdor Lieberman een rekruteringswet wil die de vrijstellingen inperkt. Dat heeft tot gevolg dat de haredim nu het belang van een grote opkomst inzien. In april wonnen ze zestien zetels, nu worden het er volgens hem mogelijk meer. Hij maakt zich daarom geen zorgen over de opkomst volgende week. Hij verwacht dat de steun voor de religieuze partijen zeker met 5 procent zal toenemen.
Toch is Lieberman niet de politicus die de haredim de meeste schrik aanjaagt. Ze maken onderscheid tussen Lieberman en Yair Lapid, een van de kopstukken in Blauw-Wit van Benny Gantz. „Lieberman voert campagne, maar de dag na de verkiezingen is die niet belangrijk meer. Lapid nam deel aan de regering van Netanyahu in 2013. Daar probeerde hij een einde te maken aan onze rechten. Daarom zeggen we duidelijk dat we niet in één regering zullen zitten met Lapid.”
Haredim regelmatig de straat op
Haredim gaan regelmatig de straat op om te demonstreren. Vaak is dat omdat een ”Ben Thora” (Thorastudent) is opgepakt omdat hij de dienstplicht ontduikt.
De wet zegt dat iedereen in militaire dienst moet of een vervangende burgerdienst moet uitvoeren. Israëlische Arabieren zijn daarvan vrijgesteld. Haredim kunnen ook vrijstelling krijgen, maar ze moeten wel even de moeite nemen dit officieel te regelen. Als je dat niet wilt, kun je de militaire politie aan de deur krijgen.
Als haredim demonstreren, plaatsen ze vuilcontainers op straat en steken deze in brand. De gemeente vervangt ze toch wel weer. Ook kun je ze tijdens het spitsuur zittend op straat treffen. Automobilisten kunnen proberen een alternatieve route te vinden. Buspassagiers stappen uit en lopen verder.
De bereden politie komt erbij om de demonstranten de stuipen op het lijf te jagen. Als dat niet helpt, zet de politie de spuitwagen in. Het betreft hier geen aangename verfrissing op een warme zomerdag. Uit de slang komt water met een zware verrottingslucht.
De meeste haredim zijn overigens tegen de demonstraties. De harde kern van de onlusten is de Peleg Yerushalayim (Jerusalem Factie) beweging.
Deze week deed de beweging volgens de website de ”Yeshiva World” een oproep volgende week niet te gaan stemmen. Ook dat heeft te maken met de dienstplicht. Een rechts-religieus kabinet onder leiding van Netanyahu vormt volgens Peleg een even groot gevaar als een regering onder leiding van Blauw-Wit-leider Gantz en Lieberman. De Peleg-rabbijnen denken namelijk dat een rechts-religieuze regering ook pogingen zal ondernemen quota in te stellen voor dienstplicht voor haredische jongeren. Wie stemt, helpt een ander bij het plegen van aveira (zonde), meent Peleg.
De discussies in de haredische kranten bevestigen dat de wereld van de haredim verschillende facties kent. Soms zijn de haredim het met elkaar eens, maar ze kunnen ook radicaal van mening met elkaar verschillen.