Violiste Merel Vercammen improviseert als ode aan de intuïtie
Aanstormend talent maakt vaak dankbaar gebruik van concoursen als springplank naar succes. Maar daar heeft Merel Vercammen (30) helemaal geen tijd voor. Liever timmert de jonge violiste als zzp’er aan de weg. „Met improvisaties breng ik componist en uitvoerder bij elkaar.”
„Ik heb ineens een oeuvre!” Trots, maar ook een beetje beduusd laat Merel Vercammen (30) haar nieuwste cd-productie zien: ”The Zoo”. Nog maar een halfjaar geleden verscheen haar debuutalbum, ”Symbiosis”, dat ze opnam samen met pianiste Dina Ivanova. Voor haar tweede album zocht de Utrechtse violiste samenwerking met acht duopartners, met wie ze twee cd’s met live improvisaties vol speelde. Te horen zijn onder anderen zangeres Bernadeta Astari, saxofonist Ties Mellema en organist Jaap Zwart.
De twee schijfjes met improvisaties zijn opvallend verpakt in een box met een alternatieve vormgeving, die eerder doet denken aan het genre ”alternatieve popmuziek”. „De titels van de tracks en het album heb ik na afloop bedacht. Al luisterend en associërend kwam ik uit op allerlei dieren. Achteraf gezien sluit dit thema erg goed aan bij het wezen van vrij improviseren. Dieren handelen vanuit hun intuïtie. Improvisaties ontstaan ook volledig vanuit intuïtie. Deze improvisatie-cd’s zou je kunnen zien als een ode aan de intuïtie.”
Een cd met improvisaties. Is dat zo bijzonder?
„In de wereld van de klassieke muziek lijkt deze kunst wel uitgestorven. Improvisaties zijn tegenwoordig zelden te horen tijdens concerten. Het blijft een territorium waarop alleen organisten zich durven te wagen. Tijdens orgelconcerten wordt de improvisatie vaak gezien als het hoogtepunt. Ik heb dan ook veel geleerd van de orgeltraditie. Ik ben ermee opgegroeid. Mijn vader speelt ook orgel. Er geldt vandaag de dag een veel te strikte scheiding tussen componisten en uitvoerders. Dat was vroeger wel anders. Musici die wij nu bewonderen als componisten werden net zo goed gezien als uitvoerders. Ik breng met mijn improvisaties de componist en uitvoerder graag bij elkaar.”
Waarom improviseert u zo graag?
„Ik geloof dat improvisatie een enorm grote rol kan spelen in het betrekken van het publiek bij de muziek. Als musicus ga ik graag de interactie aan met het publiek en met de ruimte. Tijdens een optreden zie en voel ik veel: mensen die ongeduldig met hun voeten schuifelen of juist op het puntje van hun stoel zitten. Bij improvisatie heb ik alle vrijheid om hierop te reageren. Ik doorbreek daarmee de denkbeeldige wand die tussen het publiek en mij in staat.”
Hoe vrij zijn uw improvisaties?
„Als ik improviseer, draag ik alle muzikale bagage die ik in mijn leven heb verzameld met me mee. Maar ik kan naar eer en geweten zeggen dat beide cd’s vol staan met echte improvisaties. We maakten van tevoren geen enkele afspraak. Het was echt: microfoons open en gaan! Nou ja, dat is niet helemaal waar. Organist Jaap Zwart kwam met het idee om alleen de allerlaatste noot af te spreken. Op die manier hebben we twaalf sessies opgenomen. Het werkte fantastisch.”
Waarom brengt u nog cd’s uit? Die markt is toch helemaal ingestort?
„Wat moet ik dan? Mijn muziek alleen via internet aanbieden? Dan valt er helemaal niets meer te verdienen. Als je bij Spotify duizend streams per dag haalt, verdien je misschien zo’n 70 euro in de maand. En duizend streams, dat is erg veel. Daar zou ik dan ook nog eens een deel van moeten afstaan aan het label. Dan hebben we het uiteindelijk over een winst van een paar tientjes per maand. Cd’s maken loont nog wel. Ik verkoop ze tijdens mijn concerten. En daarbij: een cd heeft een hogere audiokwaliteit en je hebt echt iets in handen.”
Naar verluidt hebt u iets met vrouwelijke componisten?
„Toen ik de plannen voor mijn eerste cd aan het maken was, kreeg ik regelmatig de suggestie er een album van te maken met muziek van enkel vrouwelijke componisten. Dat heb ik bewust niet gedaan, omdat ik de beslissing wat er op het album kwam op muzikale gronden wilde maken. Ik zou zelf nooit voor iets uitgekozen of gevraagd willen worden met als voornaamste reden dat ik vrouw ben. Er is natuurlijk wel sprake van een disbalans als je kijkt naar wat er op klassieke podia geprogrammeerd wordt. Vrouwen componeren niet slechter of beter dan mannen. Maar omdat de meeste bekende componisten man zijn, wordt muziek van mannen nu eenmaal veel vaker geprogrammeerd. Onbekend maakt onbemind. Daarom zet ik me wel graag in om muziek van vrouwelijke componisten bij publiek te introduceren. Vandaar dat ik een playlist op Spotify maakte met muziek van vrouwelijke componisten. Maar de ondertitel van die playlist is niet voor niets: ”Geweldige muziek van componisten die toevallig vrouw zijn”.”
Jonge musici moeten zich vaak bewijzen tijdens concoursen.
„Ik ben niet zo’n concourspaard. Het gaat mij niet om wie de beste is, maar om ontdekken. En al zou ik het wel willen, ik heb helemaal geen tijd voor tijdrovende concoursen. Het organiseren van concerten en het uitbrengen van cd’s doe ik allemaal zelf. Een impresario heb ik niet. Voorstellingen ontwerpen, programmatoelichtingen schrijven, concerten boeken, cd’s uitgeven: ik doe het allemaal zelf. Dat levert tegelijk een spanningsveld op. Ik moet ook muziek maken. Na een dag repeteren zit mijn mailbox vol en moet ik weer ontzettend veel regelen.”
Hoe houdt u dat vol?
„Iedere zzp’er zal het wel herkennen: je kunt altijd door blijven gaan. Sterker nog, als ik een paar dagen pauze houd, heb ik het daarna verschrikkelijk druk omdat ik dan al mijn nieuwe ideeën moet uitwerken. Of ik weleens uit de muziekbubbel stap? Ik ga soms op vakantie, ga bij mijn oma op bezoek en lees weleens een boek. Maar dat is het wel. Hobby’s heb ik niet.”
Is Nederland muzikaal gezien een conservatief land?
„Dat valt wel mee. Maar je moet wel heel veel moeite doen om programmeurs te overtuigen als je nieuwe muziek wilt gaan spelen. De zaal moet natuurlijk vol. Maar dat kan ook met nieuwe muziek. Er mag best wat risicovoller geprogrammeerd worden. Daar moet de muzieksector nog wel een beetje aan wennen. Ik ben niet iemand die er met gestrekt been in gaat, maar van bepaalde conventies moeten we echt af. Bijvoorbeeld de ongeschreven regel dat je niet mag applaudisseren tussen de delen door. Tijdens mijn concerten mogen de mensen applaudisseren wanneer ze willen. Die interactie moedigt mij als uitvoerder juist aan. En wat te denken van die traditionele symfonische programma’s met die onveranderlijke trits ouverture, soloconcert, symfonie. Ik vind dat lang niet altijd werken. Laatst nog werd er voor het Vioolconcert van Britten een ouverture van Beethoven geprogrammeerd. Dat werkte echt niet. De Beethovenouverture sloot totaal niet aan op de mystieke sfeer van Brittens Vioolconcert. Ik had het gevoel in een auto te zitten die niet goed schakelt.”
Welke muziek raakt u het meest?
„Ik ben een kind van de 20e eeuw. Hoe meer de wereld van de componist overeenkomt met de wereld waarin ik ben opgegroeid, hoe meer deze muziek mij raakt. Ik speel graag muziek van de jonge componiste Mathilde Wantenaar. Ze schrijft in een stijl waarin ik me heel gemakkelijk kan inleven. Haar muziek is melodisch erg sterk en doet sommige mensen denken aan het werk van Ravel. Toch denk ik niet dat ze dezelfde muziek had geschreven als ze 120 jaar geleden was geboren. Een voorbeeld daarvan hoor je in het vioolconcert dat ze voor mij schreef. Daarin laat Wantenaar in het begin de strijkers van het orkest een klankveld van pizzicato (geplukte) open snaren neerleggen. Ze schrijft in een stijl die ze mooi vindt, maar met de muzikale bagage van alle muzikale experimenten die in de 20e eeuw voorbij zijn gekomen én alle muziek die ze verder in het dagelijks leven tegenkomt. Hoe goed ik mij ook zou inlezen, ik kan nooit helemaal met de oren van toen naar oudere muziek luisteren. Bij muziek van generatiegenoten heb ik die kans wel. En dat vind ik een mooi gegeven.”
Levensloop Merel Vercammen
Merel Vercammen (1988) begon op vijfjarige leeftijd met vioollessen. Op haar vijftiende werd ze toegelaten tot het Utrechts conservatorium, waar ze viool studeerde bij Eeva Koskinen. Daarna vervolgde ze haar vioolopleiding aan het Royal College of Music in Londen.
Vercammen behaalde een Master of Science in Music, Mind & Brain aan het Goldsmiths College, University of London. Met de opgedane kennis ontwikkelde ze ”Het Nieuwe Mozart Effect”: een interactieve voorstelling over muziek en het brein waarin het publiek live ontdekt of je slimmer kunt worden door het luisteren naar muziek.
De violiste behaalde in 2017 een Master of Arts in Cultural Economics & Entrepreneurship aan de Erasmus Universiteit. Aan deze universiteit voerde ze in samenwerking met de Raad voor Cultuur een onderzoek uit naar jong publiek voor klassieke muziek.
Haar debuutalbum, ”Symbiosis”, dat in maart 2019 uitkwam, werd lovend gerecenseerd in het Reformatorisch Dagblad. Vorige week presenteerde ze ”The Zoo”. Op deze dubbel-cd verschenen vrije improvisaties die Vercammen samen met acht duopartners opnam.
Vercammen, die in Utrecht woont, bespeelt een viool uit 1820 van de Italiaanse bouwer A. Postacchini, haar ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF).
Meer informatie: www.merelvercammen.com