Ophef over reanimeren ouderen
In politiek Den Haag is ophef ontstaan over het reanimatiebeleid van verpleeghuizen. Op last van staatssecretaris Ross van VWS gaat de Inspectie voor de Gezondheidszorg hier onderzoek naar doen. Tweede-kamerlid Ormel heeft over de kwestie kamervragen gesteld.
De ophef ontstond afgelopen zaterdag na berichtgeving in De Telegraaf. Die krant meldde dat verpleegtehuizen van Meavita in de regio Haaglanden ten aanzien van reanimeren een ”nee, tenzij-beleid” gaan voeren. Bewoners zullen bij een hart- of ademstilstand niet meer worden gereanimeerd, tenzij zij of hun familie vooraf in een verklaring heeft aangegeven dat wel te willen. Zulke bewoners moeten een SOS-medaillon dragen, zodat artsen hen meteen kunnen herkennen.
Ormel zegt geschrokken te zijn van de „ijzerenheinenmentaliteit” die uit dit beleid spreekt. Hij kan zich voorstellen dat in individuele gevallen wordt besloten niet meer te reanimeren, maar „een standaard nee, tenzij” vindt hij veel te ver gaan. Ook PvdA, LPF en SP zetten vraagtekens bij de gang van zaken.
Een woordvoerder van Meavita woongroep, die in Den Haag onder meer vijf verpleeghuizen heeft, zei zaterdag dat het niet om nieuw beleid gaat. Het ”nee, tenzij-beleid” is al lang praktijk bij Meavita en veel andere verpleeghuizen. „Het enige wat we hebben gedaan is de praktische gang van zaken nu op schrift stellen”, verklaart een zegsman. Ook is het beleid uitgebreid besproken met de cliëntenraad, de medewerkers en de verpleeghuisartsen. „Pas daarna hebben we het, in juni, op papier gezet.”
Hij benadrukt verder dat Meavita met iedereen die wordt opgenomen in een van de Meavita-instellingen bespreekt wat hij of zij wil. De verpleeghuiskoepel praat daar ook met familieleden of andere verzorgers over. „Ook in voortgangsgesprekken besteden we er aandacht aan. Cliënten kunnen dan bijvoorbeeld aangeven dat ze van gedachten zijn veranderd.”
In de praktijk zijn reanimaties bij verpleeghuispatiënten vaak zinloos, stelt Meavita. De conditie van verpleeghuispatiënten is veelal zo slecht dat zij er geen baat meer bij hebben.
ChristenUnie-kamerlid Rouvoet is daarom terughoudend in zijn reactie. „Ik krijg de indruk dat het hier om verdedigbaar beleid gaat. Het gaat om een specifieke categorie van bewoners, bij wie je door reanimatie vaak meer kwaad dan goed doet. In veel tehuizen is men zeer verbaasd dat over dit onderwerp politieke consternatie over is ontstaan. Mij lijkt het verstandig eerst het onderzoek door de inspectie af te wachten. Als er werkelijk iets niet in de haak is, blijkt dat vanzelf, maar vooralsnog heb ik niet die indruk.”
Een woordvoerder van VWS zegt dat verpleeghuizen zelf hun beleid voor reanimatie mogen bepalen. Wel noemt hij de brief aan de bewoners van de verpleeghuizen in Haaglanden „ongelukkig en hard geformuleerd.”