Gezagsdragers worden met ”jij” en hun voornaam aangesproken. Gezinnen worden onderhandelingsgezin. Dankzij internet en eigen koopkracht betreedt de jeugd eerder de volwassen wereld, waardoor volwassenen en kinderen elkaar steeds meer als gelijken behandelen. Heel veel is bespreekbaar en „moet kunnen.” De kleding tijdens recepties en begrafenissen en van docenten in het onderwijs wordt steeds informeler.

In het onderwijs moet alles vooral leuk zijn, zei Boele. De informalisering is ook te zien aan het afnemende gezag van kerkelijke ambtsdragers, maar ook in hun kleding. In de catechese wordt het gezag van de belijdenis en de catecheet minder. De gespreksvorm domineert steeds meer.

Ook in de liturgie neemt de vrijheid toe. Over God wordt familiair gesproken en Zijn heiligheid gaat soms schuil achter Zijn liefde; denk aan de EO-jongerendag. En hoe is dat bij de vieringen op de CHE? vroeg Boele zich af. Muziek moet vooral lekker in het gehoor liggen; de muzikale structuur is minder belangrijk.

Boele noemde het voorbeeld van Hongaarse studenten, voor wie het in Nederland een cultuurschok was dat heren dames nergens lieten voorgaan en evenmin voor hen opstonden als er onvoldoende zitplaatsen waren. En dat docenten lachten tijdens een presentatie van hun baas.

Voor veel emigranten is het gebrek aan gezag de belangrijkste reden voor vertrek. Positief noemde Boele het dat gezag belangrijker wordt dan macht. Negatief is echter dat jongeren stuurloos raken en dat het moeilijk wordt een leidinggevende positie te hebben.

Een school moet een voorbeeld zijn van orde, regelmaat, waarden en normen, zei Boele. De CHE gaat dit jaar nadrukkelijk aandacht besteden aan zijn identiteit en de gedragsregels die daarbij passen. Volgende maand wordt een symposium gehouden rond het thema ”Evangelisch en reformatorisch: duel of duet?” Begin december viert de school zijn tienjarig bestaan met een symposium over het belang van christelijk hoger beroepsonderwijs. Dit jaar meldden zich 1060 studenten.