‘Geen bewijs in moordzaak Steenwijk’
Tegen de 42-jarige Matthijs M. uit Meppel die verdacht wordt van de moord op Steenwijker Halil Erol in 2010, ligt geen enkel forensisch bewijs. Dat zei zijn advocaat dinsdag in de rechtbank in Zwolle tijdens een voorbereidende zitting.
De 34-jarige Steenwijker verdween op zaterdag 6 februari 2010. In juni dat jaar werden in het buitengebied van Steenwijk de armen en benen van de man aangetroffen in een zak. In 2013 werden op meerdere plekken in Nederland nog meer lichaamsdelen van hem gevonden. Deze waren onder meer in een dekbedhoes verpakt.
Eenzelfde soort hoes is door M. gebruikt in de kliniek waar hij een tbs-maatregel voor een eerder geweldsmisdrijf uitzat. Op die hoes is DNA van hem en zijn toenmalige vriendin aangetroffen, zei de officier van justitie. Volgens de advocaat zegt dat DNA-materiaal niets over de mogelijke betrokkenheid van M. bij de dood van het slachtoffer.
„Dit sluit een alternatief scenario niet uit”, zei zijn raadsvrouw. Dat de telefoon van het slachtoffer die dag een mast in de buurt van de woning van verdachte ‘aanstraalde’, past in het scenario dat Erol zijn ex-vrouw achtervolgde. Zij was die middag in de woning van de verdachte.
M. was in 2010 ook al verdachte in deze moordzaak. Toen is de zaak geseponeerd. M. ontkent iets met de dood van Erol te maken te hebben. Maar er is meer dan alleen DNA-materiaal, zei de officier van justitie. Zo was Erol in de woning van M. toen hij verdween. Ook zijn lichaamsdelen verpakt in een stoelenhoes van de Ikea die mogelijk ook in bezit was van M. En het slachtoffer sprak ruim voor zijn dood over doodsbedreigingen aan zijn adres, geuit door de verdachte.
Op 3 december gaat de strafzaak verder met een regiezitting. M. blijft vastzitten.