Martin van de B. uit Barneveld en Mathijs IJ. uit Nederhemert worden met hun bedrijven Chickfriend en Chickclean verdacht van het in gevaar brengen van de volksgezondheid door het gebruik van het middel fipronil in stallen met leghennen. Ze zaten van augustus tot medio oktober 2017 vast. Op verzoek van de verdediging worden nog getuigen gehoord. Een Belgische toeleverancier die in dit onderzoek ook als verdachte is aangemerkt, wordt in België berecht. Daar loopt een aparte strafzaak tegen Belgische verdachten.

Een Nederlandse handelaar in fipronil uit Uden is ook nog verdachte in de Nederlandse strafzaak, aldus het OM. Naar andere verdachten wordt nog onderzoek gedaan. Voor alle verdachten geldt dat de beslissing om ze te vervolgen pas wordt genomen als het onderzoek is afgerond.

Volgens advocaat Aart van Voorthuizen, die Van de B. bijstaat, is in deze zaak vooral van belang wie wist dat er fipronil in het schoonmaakmiddel zat en of die persoon ook wist dat het schadelijk was. Hij verwacht dat een eventuele strafzaak niet eerder dan volgend jaar in de rechtbank in Zwolle wordt behandeld.

Veel boeren huurden de twee betrokken ondernemingen in om hun stallen te behandelen tegen bloedluis. Chickfriend en Chickclean staan nog ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Ze zijn echter niet meer werkzaam binnen de pluimveesector, zegt Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. Boeren verwachten volgens haar weinig van de strafzaak. „De schade wordt geschat tussen de 100 en 150 miljoen euro. De verdachten worden gezien als een kale kip: daar valt niets te halen.”