Zaak klagende SGP-werknemer nog niet opgelost
De kwestie van de SGP-werknemer die dit voorjaar een klacht indiende tegen het bestuur van de Stichting Vormingsactiviteiten Oost-Europa (VOE), is nog niet opgelost.
De werknemer heeft van het VOE-bestuur te horen gekregen dat hij per 1 oktober is ontslagen. Reden is de klacht die hij dit voorjaar indiende bij een vertrouwenspersoon in de partij, het partijbestuurslid Rien Hoek. Het VOE-bestuur kan zich met de klacht van de werknemer én met de uitkomst van het rapport van Hoek niet verenigen en beëindigt daarom per 1 oktober het tijdelijke arbeidscontract met de werknemer.
Het partijbestuur schreef in een persbericht van 18 juli dat de SGP „de rechtspositie van de betrokken werknemer waarborgt, zodat wordt voorkomen dat het indienen van een klacht arbeidsrechtelijke consequenties heeft.” Die toezegging is het partijbestuur nagekomen. De betreffende werknemer is vanaf 1 oktober rechtstreeks in dienst van de partij. Welk werk hij vanaf 1 oktober moet gaan verrichten, is echter nog niet duidelijk, schrijft NRC.
Ook is er, aldus die krant, nog geen bemiddelaar aangesteld in het conflict met de VOE-werknemer. In het persbericht van 18 juli stond dat „een onafhankelijke mediator gaat bemiddelen tussen de medewerker van de stichting VOE en het bestuur van de stichting.”
Verder zou, aldus het persbericht, „de zomerperiode en de periode kort daarna” door het partijbestuur worden gebruikt om „in de partij de nodige gesprekken te voeren en relaties weer te normaliseren.” Of en in hoeverre dit gebeurd is, is niet bekend.
Partijvoorzitter Zevenbergen wilde zaterdagmorgen vooralsnog niet reageren. Het partijbestuur werkt aan een persbericht, aldus Zevenbergen. In NRC liet hij uit zijn mond optekenen dat de partij momenteel handelt „in lijn met de afspraken” en dat hij verwacht binnen een paar weken meer duidelijkheid te kunnen geven.
Het conflict met de VOE-werknemer kwam begin juli in openbaarheid door een publicatie in de Telegraaf. Daarna schreven meerdere grote media erover. De klacht die door de VOE-werknemer bij vertrouwenspersoon Hoek was gedeponeerd, behelsde ondermeer dat het VOE-bestuur al te kwistig omgaat met overheidssubsidie én dat er binnen de stichting sprake is van een cultuur van intimidatie en van „een onveilige werksfeer”. Op dit laatste punt zou Hoek, naar verluidt, de werknemer gelijk hebben gegeven.