„Twee moeilijke zaken: de liederen en de kleine oecumene”
„Sommige zaken zijn en blijven moeilijk”, schrijft ds. D. Visser uit Broeksterwoude in de jongste uitgave van het christelijke gereformeerde Kerkblad voor het Noorden. In zijn artikel, een voorbeschouwing op de generale synode 2004 van zijn kerkverband, noemt hij twee voorbeelden.
Als eerste wijst de predikant op artikel 69 van de kerkorde, waarin de afspraken staan die binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) zijn gemaakt over de liederen die in de kerkdiensten mogen worden gezongen. „Met die afspraken wordt heel verschillend omgegaan.” De laatste synode, die van 2001, besloot nog eens te laten onderzoeken hoe op dit punt de zichtbare eenheid zou kunnen worden bevorderd. Evenwel: „De deputaten die zich hiermee bezighielden, komen tot de conclusie dat zij daarvoor geen voorstel kunnen doen, omdat de verscheidenheid van praktijk en gedachten groot is.”
Op dit punt, schrijft ds. Visser, „zou op de synode opnieuw een uitvoerige en moeilijke discussie kunnen komen. Het kan ook zijn dat de vergadering zich zonder veel discussie bij de bestaande situatie neerlegt. Misschien gebeurt het wonder dat de GS op dit punt een goede weg vindt.”
Een tweede voorbeeld vormt de zogenaamde kleine oecumene, de samenwerking met de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). Ds. Visser: „Tot die samenwerking heeft de synode besloten, vanuit de overtuiging dat dit een opgave van de Here zelf is. Een groot aantal gemeenten heeft vanuit diezelfde overtuiging aan dat besluit gestalte gegeven door die samenwerking te zoeken. Met de NGK is die samenwerking echter al door enkele synoden afgeremd. Gelet op de ontwikkelingen in de NGK zal dat waarschijnlijk op deze synode weer gebeuren. Bovendien is het waarschijnlijk dat ook de samenwerking met de GKV afgeremd wordt. In de kerken klinken er sinds de vorige synode tenminste sterke geluiden dat een deel van de kerken allerminst gelukkig is met deze samenwerking.”
Ook op dit punt zouden de besprekingen wel eens moeilijk kunnen worden, meent de predikant. „Moeten we in de uitgezette lijn voortgaan of moeten we die ombuigen of afbreken? Die vragen worden heel verschillend beantwoord. Voor mijzelf vind ik het moeilijkste punt dat we bij de NGK en de GKV de stellige indruk hebben gewekt dat we in gehoorzaamheid aan de Here de weg van samenwerking willen bewandelen. Daarom moet voor hen een andere koers moeilijk te begrijpen zijn. Ook in de eigen kerken is het aan velen niet uit te leggen. En naar de wereld toe helemaal niet.”