Olieprijs nadert grens van 50 dollar
De prijs van ruwe olie blijft stijgen en is hard op weg de grens van 50 dollar per vat te passeren. De nieuwe geweldsuitbarstingen in het zuiden van Irak en de groeiende oliebehoefte in met name China stuwen de prijs telkens naar nieuwe recordhoogtes.
„Het is goed mogelijk dat olie meer dan 50 dollar gaat kosten”, aldus Tony Machacek, een oliehandelaar in New York. „Elk bericht dat Iraakse opstandelingen bezig zijn de aanvoer te verstoren, stuwt de prijzen op.”
De prijs voor in september te leveren lichte ruwe olie piekte vrijdag op de termijnmarkt in New York door met 70 dollarcent te stijgen tot 49,40 dollar per vat (159 liter). Sinds eind juni is deze olie meer dan 30 procent in prijs gestegen. Analisten waarschuwen voor verdere prijsstijgingen. Zij sluiten een bedrag van 70 dollar per vat niet uit.
Ook olie uit de Noordzee werd fors duurder. Brent-olie bereikte vrijdag in Londen met 45,15 dollar per vat een ongekend hoog prijsniveau.
De jongste prijsstijgingen komen vooral door het ongewisse verloop van de gewelddadigheden in Irak. Amerikaanse gevechtsvliegtuigen bombardeerden vrijdag milities in het Zuid-Iraakse Najaf. Oliehandelaren vrezen dat de aanvallen gevolgd zullen worden door vergeldingsacties van sjiitische opstandelingen. De milities zouden het vooral hebben voorzien op pijpleidingen en olie-installaties. Donderdag kwamen er al berichten dat opstandelingen in de havenstad Basra kantoren en opslagplaatsen van het Iraakse staatsbedrijf dat de zuidelijke olievelden beheert, in brand hebben gestoken.
De Iraakse olie-export bleef al voor de tweede achtereenvolgende week beperkt tot 1 miljoen vaten per dag. In april werd nog voor 1,8 miljoen vaten uitgevoerd.
Handelaren vrezen dat de Organisatie van Olie-Exporterende Landen (OPEC) niet in staat is de terugval op te vangen. De OPEC zou onvoldoende reservecapaciteit ter beschikking hebben om meer olie uit de grond te pompen en zo de prijs naar beneden te krijgen. Het oliekartel heeft in juni zijn productie al met 1,4 procent verhoogd tot 29,71 miljoen vaten per dag. Hoewel OPEC-voorzitter Purnomo Yusgiantoro zich ongerust toonde over de hoge olieprijs, komt de organisatie niet eerder dan half september weer bijeen. Pas dan is er weer officieel overleg op het hoofdkantoor in Wenen.
Vooral de enorme vraag naar olie door China voedt de zorgen over de niet in toom te houden olieprijs. De Chinese economie groeit met reuzensprongen en de behoefte aan olie lijkt onverzadigbaar. Volgens recente cijfers uit Peking is de import van ruwe olie in de eerste zeven maanden van dit jaar met 40 procent gegroeid ten opzichte van vorig jaar.
De dure olie kan de groei van de wereldeconomie schaden. Zakenbank Lehman Brothers verlaagde vrijdag zijn verwachtingen over de groei van de Amerikaanse economie van 3,7 naar 3,3 procent. „De hoge olieprijs heeft een dempend effect op de economie en beperkt de groei”, legde een functionaris van Lehman uit.
De bezorgdheid over de hoge olieprijzen kent echter ook grenzen. In een vraaggesprek met nieuwszender CNBC zei de Amerikaanse minister van Financiën John Snow dat de Amerikaanse regering in de hoge olieprijs geen reden ziet om de strategische reserve niet verder te vergroten.
De strategische oliereserve van de VS telt 666,5 miljoen vaten (van 159 liter). Dat is gelijk aan 53 dagen olie-import. De regering Bush wil deze noodvoorraad vergroten met 3,4 miljoen vaten in augustus, 2,9 miljoen vaten in september en 4,8 miljoen vaten in oktober. De maximumcapaciteit bedraagt 727 miljoen vaten.
Bovendien blijft gecorrigeerd voor inflatie de olieprijs ver onder zijn hoogste niveau ooit. Dat werd bereikt ten tijde van de islamitische revolutie in Iran in 1979. Omgerekend naar huidige prijzen moest toen 80 dollar voor een vat ruwe olie worden betaald.