Allochtonen haken af bij inburgering
Een op de vijf allochtonen die verplicht een inburgeringscursus volgt, haakt voortijdig af. Dit blijkt uit een rapportage over de Wet inburgering nieuwkomers, die minister Van Boxtel van Integratiebeleid dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Volgens Van Boxtel stoppen de immigranten met hun verplichte taal- en integratiecursus omdat ze werk hebben gevonden, geen oppas kunnen vinden voor hun kinderen of omdat zij persoonlijke problemen hebben.
Volgens de minister moeten gemeenten strenger optreden tegen de immigranten die hun cursus niet afmaken. Gemeenten zijn volgens de wet verplicht boetes op te leggen als immigranten niet komen opdagen of definitief afhaken. Onderzoek wijst uit dat ze dit vrijwel nooit doen.
De inburgeringscursussen werden in 1998 verplicht gesteld voor immigranten die sindsdien in Nederland zijn gaan wonen. Van Boxtel vindt dat een aantal dingen moet worden verbeterd aan de cursussen. Zo moeten gemeenten, regionale opleidingscentra en de instellingen voor arbeidsbemiddeling beter met elkaar samenwerken. Nu vallen de immigranten nog te vaak tussen wal en schip bij het vinden van werk of vervolgonderwijs. Ook moeten de taalcursussen inhoudelijk worden verbeterd. Vaak lukt het niet de cursisten voldoende Nederlands te leren.
Het CDA-kamerlid Verburg reageerde onthutst op de rapportage. „Als 20 procent afhaakt bij de cursussen gaat het om honderden mensen. Dat is echt veel te veel. Als daarbij nog blijkt dat te veel mensen nog steeds geen Nederlands spreken na afloop van de cursus, moet je je afvragen waar de regering mee bezig is. Het effect van de cursussen is veel te laag.”