Kleine plus voor AEX
De aandelenbeurs in Amsterdam is maandag licht hoger aan de eerste handelsdag van september begonnen. Ook de andere graadmeters in Europa toonden plussen. Beleggers krijgen tijdens de eerste sessie van de week geen steun uit de Verenigde Staten. Daar is Wall Street gesloten vanwege Labor Day.
De AEX-index op Beursplein 5 stond in het eerste handelsuur 0,4 procent hoger op 560,44 punten. De MidKap won 0,5 procent tot 815,77 punten. De graadmeters in Frankfurt, Parijs en Londen gingen tot 0,5 procent omhoog.
Unilever dikte 0,3 procent aan. Analisten van Goldman Sachs hebben het advies op het aandeel opgevoerd naar kopen. De consumentengoederenmaker kondigde vrijdag nabeurs aan het grootste deel van zijn Boliviaanse branchegenoot Astrix over te nemen. Financiële details van de deal werden niet verstrekt.
De financiële markten houden de ontwikkelingen rondom het handelsconflict tussen de VS en China weer in de gaten. Zondag zijn nieuwe Amerikaanse importheffingen op Chinese goederen waaronder schoenen, kleding en andere consumentenproducten ingegaan. Peking sloeg gelijk terug met heffingen op Amerikaanse goederen en verklaarde nog meer vastberaden te zijn in het steeds verder escalerende handelsconflict met Washington. De twee landen praten overigens nog steeds met elkaar.
De aandelen van Europese bedrijven die zijn blootgesteld aan de nikkelmarkten weten de aandacht weer op zich gericht. Het metaal noteert op het hoogste peil sinds 2014, na een recente ban van Indonesië op de uitvoer van nikkel. Nikkel wordt gebruikt voor roestvrijstaal. Aperam, een producent van nikkellegeringen, steeg 2,6 procent in de MidKap. Het bedrijf was vrijdag al een van de grootste stijgers bij de middelgrote fondsen in Amsterdam.
In Parijs won CGG 9,4 procent, nadat de branchegenoot en partner van bodemonderzoeker Fugro zijn verwachtingen opvoerde. Fugro ging op het Damrak 2,3 procent vooruit.
De euro was 1,0980 dollar waard, tegen 1,0990 dollar op vrijdag. Toen zakte de euro voor het eerst sinds mei 2017 onder de 1,10 dollar. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte licht tot 55,08 dollar. Brentolie kostte 0,2 procent minder op 59,15 dollar per vat.