Rechtbank besluit tot overlevering verdachte van terreur
De rechtbank in Amsterdam heeft vrijdag bepaald dat de 29–jarige K.B. aan de Belgische justitie kan worden overgeleverd. De rechter oordeelde dat er voldoende verdenking is dat de Belg van Marokkaanse afkomst deelneemt aan activiteiten van een terreurgroep en lid is van een criminele organisatie.
De Belgische autoriteiten verdenken B. van betrokkenheid bij de Groupe Islamique Combattant Marocain (GICM), een organisatie die op de VN–lijst van terroristische organisaties staat. De GICM wordt in verband gebracht met de zelfmoordaanslagen in de Marokkaanse stad Casablanca in mei vorig jaar. B. werd in januari toevallig bij een verkeerscontrole in Nederland aangehouden. Daarna vroeg België om de zogeheten overlevering, een uitlevering binnen de Europese Unie.
B. vocht de overlevering aan bij de rechtbank omdat hij ontkent iets met de aanslagen in Marokko te maken te hebben. „Hij heeft dat tijdens het verhoor ter zitting echter niet kunnen aantonen", aldus de rechter. Hoger beroep is in deze overleveringszaak niet mogelijk.
Justitie in België verdenkt B. niet van directe betrokkenheid bij Casablanca, maar wel van deelname aan een terroristische organisatie. Na de zelfmoordaanslagen, waarbij 45 mensen om het leven kwamen, stelde de Marokkaanse justitie een onderzoek in naar de GICM. Binnen deze groep zou B. opdracht hebben gekregen een Belgische cel op te zetten, nieuwe leden te rekruteren en fondsen te werven.
Eerder vroeg Marokko al om de uitlevering van B. De vreemdelingenrechter van de rechtbank in Roermond besloot vorige maand echter niet op dat verzoek in te gaan omdat Marokko te weinig informatie had verstrekt voor de uitlevering. Direct daarna diende België een verzoek in. B. wordt ook verdacht van valsheid in geschrifte en handel in valse documenten, maar de rechtbank in Amsterdam vond dat daar te weinig gegevens over waren.