Van Abbe kijkt terug op oorlog en bevrijding
Het Eindhovense Van Abbemuseum pakt vanaf zaterdag groot uit met de tentoonstelling ‘Eindhoven bezet. 75 tastbare herinneringen van strijd’. Tegelijkertijd presenteert het museum de expo ‘Ooggetuigen van strijd’ met werken van onder meer Goya, Beuys, Hogarth en Dumas.
In het kader van de herdenking van de bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944 exposeert het museum 75 zaken uit de bezettingstijd en de bevrijding. Het zijn objecten uit privéverzamelingen van Eindhovenaren. Ze staan ook in een boek met de verhalen die erbij horen.
Zo is er de armband van Fely Brekelmans uit Eindhoven met zilveren Nederlandse muntjes met de afbeelding van koningin Wilhelmina. Op 20 oktober 1943 kreeg ze van de ‘politieke politie’ een boete van 35 gulden omdat ze dat armbandje droeg. Ze heeft de armband nooit meer durven te dragen, en haar echtgenoot nooit iets verteld over de boete. De bekeuring is ook in het museum te zien.
Eindhoven was tijdens de bezetting vanwege de aanwezigheid van Philips doelwit van bombardementen door de geallieerden. Ook daarvoor is aandacht in het museum.
Speciaal voor het Van Abbemuseum maakte Joseph Beuys (1921-1986) in 1971 een kinderkamer met geweer, een herinnering aan zijn jeugd in Duitsland in de jaren ’30 en ’40. Beuys was een Duitse piloot die in de oorlog werd neergeschoten, en zijn leven daarna wijdde aan het maken van kunst tegen geweld en oorlog.
Zijn kinderkamer maakt nu deel uit van het hart van de tentoonstelling ‘Ooggetuigen van de strijd’, waarin ook prenten over de verschrikkingen van de oorlog te zien zijn van William Hogarth (1697-1764) en José de Goya y Lucientes (1746-1828), prenten die nooit eerder in Nederland te zien waren. In hun kunstwerken zetten de kunstenaars hun traumatische ervaringen met oorlog en conflict om in krachtige beelden, aldus het museum.