Binnenland

Nederlandse commandant vertrouwt nog op lokale Irakezen

De commandant van de 1350 Nederlandse militairen in Irak, luitenant–kolonel Kees Matthijssen, vertrouwt nog steeds op de lokale bevolking in de provincie Al Muthanna in het zuiden van Irak. Dat zei hij vrijdag vanuit As Samawah in een telefonisch gesprek met het ANP.

ANP
20 August 2004 13:36Gewijzigd op 14 November 2020 01:32

De Nederlanders werden afgelopen zaterdag verrast door een omvangrijke hinderlaag in Ar Rumaythah. Het vuurgevecht had op verschillende locaties plaats en duurde drie tot vier uur. Wachtmeester J. Severs kwam om het leven en vijf Nederlandse militairen raakten ernstig gewond. De aanval kwam voor de Nederlanders als een volslagen verrassing. De lokale bevolking had de Nederlanders niet gewaarschuwd voor de komst van milities van al–Sadr.

Matthijssen zegt dat hij „de overtuiging heeft dat de meerderheid van de lokale bevolking nog altijd gesteld is op de Nederlanders en een vreedzaam bestaan wil opbouwen".

Matthijssen: „Het zijn moeilijke tijden voor de lokale bevolking, nu de milities van al–Sadr hier ook komen. Het is niet zo dat ze ons helemaal geen informatie meer geven, maar het wordt wel minder. We hebben aanwijzingen dat de lokale bevolking wordt geïntimideerd."

Matthijssen wijt de sterk verslechterde situatie in de ’Nederlandse’ provincie Al Muthanna aan de strijd tussen de Amerikanen en al–Sadr in Najaf, dat op niet veel meer dan tachtig kilometer van het Nederlands gebied ligt. „Sinds de spanningen in Najaf zagen we ook een verslechtering in ons gebied. De afgelopen 24 uur is de situatie overigens gestabiliseerd en weer relatief rustig", aldus Matthijssen.

Het onderzoek naar de hinderlaag van afgelopen zaterdag loopt nog steeds. Waarom bijvoorbeeld tipte niemand de Nederlanders over de hinderlaag? Waarom schoten de Iraakse veiligheidsdiensten, die samenwerken met het bataljon van Matthijssen, de Nederlanders niet te hulp? Het zijn vragen waarop ook de commandant nog geen antwoord kan geven.

Wel geeft hij aan zeer tevreden te zijn met de door minister Kamp toegezegde versterkingen in de vorm van twaalf Patria–pantserwielvoertuigen, extra terreinwagens met mitrailleurs en zestig infanteriemilitairen. Om nog zwaarder geschut als YPR–pantservoertuigen of Leopard–tanks heeft Matthijssen niet gevraagd.

Matthijssen benadrukt dat de militairen overdag nog vrij normaal kunnen optreden en dat het daarom niet gevaarlijker is om extra civiel–militaire projecten voor de bevolking op te zetten. De hoop is dat daarmee de bevolking meer gesteld raakt op de Nederlanders en ze een volgende keer bij een dreigende hinderlaag zal waarschuwen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer