Optimisten leven langer, blijkt uit nieuw onderzoek
Optimisten hebben een hogere levensverwachting dan andere mensen.
Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Boston en Harvard University, ook in Boston. Onderzoekers volgden tien jaar lang zo’n 70.000 vrouwen en dertig jaar lang bijna 1500 mannen. De deelnemers vulden vragenlijsten in over hun mate van optimisme, voedingsgewoonten, roken en alcoholgebruik.
Uit de studie komt naar voren dat de meest optimistische deelnemers gemiddeld een 11 tot 15 procent langere levensduur hadden en een „50 tot 70 procent grotere kans” dat ze 85 jaar werden dan degenen die het minst optimistisch waren. De onderzoekers hielden rekening met factoren als leeftijd, opleidingsniveau, chronische ziekten, depressie, als ook alcoholgebruik, voedingsgewoonten en artsenbezoek.
Psycholoog Lewina Lee noemt de uitkomsten van de studie van directe betekenis voor de volksgezondheid. „Het laat zien dat optimisme een psychosociale factor is die in potentie levensverlengend is. Met eenvoudige methoden kun je optimisme ook stimuleren.”
Afstand
Waarom optimisten een langere levensverwachting hebben, is onduidelijk. „Het lijkt erop dat mensen met een optimistische inslag beter in staat zijn emoties en gedrag te reguleren en beter afstand kunnen nemen van stressfactoren en problemen”, aldus prof. Lee Kum Kee.
De onderzoekers denken verder dat optimisten meestal gezonder leven. Ze zijn bijvoorbeeld meer in beweging en roken minder. Dat is ook gunstig voor de levensverwachting.