Kerk & religie

„Zelfonderzoek mag niet in de mens eindigen”

In de voorbereidingspreek op het avondmaal ligt de nadruk op zelfonderzoek. Maar het gaat er uiteindelijk om dat gemeenteleden de vrijmoedigheid in Christus te vinden. „Om huns ondanks Zijn roepstem te volgen. Om te komen en te eten, en Zijn heilswerk te gedenken.”

Kerkredactie
20 August 2004 09:09Gewijzigd op 14 November 2020 01:32

Ds. J. P. Nap, hervormd predikant in Zeist, sprak donderdag in Doorn voor de theologiestudenten van de Gereformeerde Bond over ”Pastorie en Avondmaal”.

Het zelfonderzoek hoeven wij bepaald niet te schuwen, zei de predikant. „We behoeven het niet weg te drukken, alsof het om een verachtelijke piëtistische zielenknijperij zou gaan. Het zelfonderzoek staat geheel in de lijn van het avondmaalsformulier en ook in de lijn van de Heilige Schrift. Dit zelfonderzoek richt zich overigens niet alleen op de binnenkant van het geloofsleven, maar ook op de buitenkant, de christelijke levenswandel.”

Het blijft een worsteling om het goede evenwicht in het preken over het avondmaal te krijgen, aldus ds. Nap. „Een enkele keer is het mij wel overkomen dat iemand naar aanleiding van de voorbereidingspreek vertelde maar van het avondmaal af te zien. Soms kon een indringend gesprek dat voornemen nog weer veranderen. Soms ook niet. Dit geeft wel duidelijk aan hoe intensief mensen met het avondmaal bezig zijn. En dat is op zichzelf genomen alleen maar een voorrecht, want met vanzelfsprekendheden zijn we niet geholpen.”

In de avondmaalspreek ligt de nadruk op het verlossingswerk door Jezus Christus. „Brood en wijn zijn een en al heenwijzing naar Hem, Die Zichzelf voor zondaren heeft overgegeven in de dood des kruises. Het gaat erom Hem te gedenken. Niet alleen aan de tafel, maar ook in de prediking.” De avondmaalspreek is altijd aan de korte kant, wat ds. Nap betreft ongeveer vijftien tot twintig minuten. „Anders loopt de avondmaalsdienst kans om door zijn lengte onbedoeld toch als onstichtelijk te worden ervaren.”

De nabetrachtingspreken hebben meestal een „separerend” karakter, aldus de Zeister predikant. Maar hoe? „Ik ben niet gewend om in gewone preken groepen gemeenteleden apart aan te spreken met de aanduiding: gelovigen, bekeerden; of ongelovigen, onbekeerden. Wie zal zich immers rekenen tot welke groep? Maar bij het avondmaal is er sprake van concrete groepen. Er zijn avondmaalsgangers en niet-avondmaalsgangers. Er zijn mensen die voor het eerst zijn aangegaan en mensen die opnieuw gingen. Ook zijn er die na een periode van onderbreking weer wel of juist niet meer zijn aangegaan. In de dankzeggingsdienst is er de gelegenheid om al deze groepen afzonderlijk aan te spreken en te leiden tot de Heere Jezus Christus. Want dat is het doel.”

Ds. Nap zei in de voorbereidingsdienst het eerste deel van het formulier te lezen; in de avondmaalsdienst zelf het tweede deel. In Zeist is het sinds een aantal jaren gebruik om in de middagdienst op de avondmaalszondag nog één tafel aan te richten „voor hen, die tijdens de morgendienst beslist verhinderd zijn.” Achtergrond hiervan is het feit dat enkele gemeenteleden in verpleeghuis ”De Wijngaard” in Bosch en Duin wonen, die ’s morgens de dienst niet kunnen bijwonen, maar ’s middags wel. Ook wordt op deze manier rekening gehouden met ouders van wie één van de twee ’s morgens echt moet thuisblijven vanwege de leeftijd of de situatie van de kinderen.

De uitdrukking ”censura morum” heeft, aldus ds. Nap, een functie in het kader van het ambtelijk opzicht over de levenswandel van de gemeenteleden. „Het gaat erom dat de tafel des Heeren heilig gehouden wordt. En dat geen mensen die leven in openbare, ergerlijke zonden, daaraan deelnemen.” In de praktijk leiden volgens hem vooral „extreme zaken” als ontucht, incest, tot afhouding. „Verder is het zaak om geduldig met elkaar om te gaan.”

In de week voorafgaande aan het avondmaal wordt in Zeist doorgaans een kerkenraadsvergadering gepland. Tijdens deze vergadering vraagt de predikant of er geen verhindering binnen de kerkenraad is met het oog op de voortgang van het avondmaal. „Ik ervaar dat steeds weer als spannend, doordat er in elke kerkenraad wel eens een verschil van inzicht is over bepaalde zaken, en je nooit goed kunt inschatten in hoeverre men het zakelijke en het persoonlijke weet te scheiden.”

De predikant zei ertoe te neigen om bij de laatste tafel zo weinig mogelijk extra te nodigen om „zeg maar, mensen over de streep te trekken. Dat komt omdat ik er niet zo voor ben om het gevoelsmatige al te veel te benadrukken. Ik zie dan meer in een ordelijke voorbereiding en een geloofsmatig besluit om „zich naar Golgotha te begeven” dan in „de inval van het ogenblik.”

Na de avonddienst wordt er, als het goed is, thuis doorgepraat over wat de avondmaalsdag heeft gebracht. „Niet alleen over de persoonlijke zegen door het sacrament; maar ook is het een voorrecht als je met elkaar mensen kunt noemen die voor het eerst of weer opnieuw aan ”de bediening” geweest zijn. En het geeft zorg als je met elkaar mensen weet te noemen die ditmaal niet zijn aangegaan, vooral als je ook nog iets weet van de worstelingen die zij hebben.”

In sommige gemeenten is het gebruik dat er ’s avonds mensen naar de pastorie komen en dat daar een soort nagesprek plaatsheeft. Ds. Nap: „Ik heb daar regelmatig van gelezen bij deze of gene collega. Maar ik ben tot nu toe dankbaar dat dat bij ons niet zo is. Om de heel eenvoudige reden dat de boog niet altijd gespannen kan zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer