Man uit Roosendaal toch geen terrorist
De man die woensdag in Roosendaal is aangehouden, blijkt niet een van de internationaal gesignaleerde verdachten van de aanslagen in Madrid te zijn.
Dit bleek na een controle van zijn identiteit aan de hand van vingerafdrukken die de Spaanse antiterreurbrigade donderdag ter beschikking heeft gesteld aan de nationale recherche. Dat heeft het openbaar ministerie donderdag laten weten.
De aangehouden man is donderdagmiddag in vrijheid gesteld en aansluitend opnieuw aangehouden wegens bezit van drugs. Hij werd met een tweede, eveneens voor drugsbezit aangehouden verdachte vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam. Het gaat om twee broers van 22 en 23 jaar.
Van de andere zeven personen die na de twee invallen in Roosendaal woensdag werden overgedragen aan de Vreemdelingendienst, zijn er vijf in vrijheid gesteld. Twee personen zijn in vreemdelingenbewaring gezet, omdat zij niet beschikken over geldige verblijfspapieren.
De verdachten werden woensdag aangehouden tijdens invallen van de politie in een steegje bij de Oude Markt. Daarbij gebruikte de politie traangas. Het ging om appartementen, gebouwd in een loods waarin vroeger een brouwerij was gevestigd. Het steegje staat in Roosendaal bekend als een plek waar in drugs wordt gehandeld.
Politie en justitie hadden aanwijzingen dat een of meerdere personen die wegens de aanslagen in Madrid worden gezocht, zich in Nederland zouden ophouden. De politie deed daarom invallen op twee adressen in Roosendaal. Spaanse inlichtingendiensten dachten dat de terreurverdachte „zeer waarschijnlijk” tot de harde kern van de terroristen behoort die in maart de bomaanslagen pleegden op vier treinen in Madrid. Bij die terreuractie kwamen 191 mensen om het leven.