Infiltranten in terreurzaak mogen verhoord
De infiltranten en de drie begeleiders van de undercoveragenten die binnendrongen in de vermeende ‘Arnhemse’ terreurcel, mogen worden verhoord. De rechtbank in Rotterdam besliste dat na onderzoeksvragen van de advocaten van de zes terreurverdachten.
De zes werden in september vorig jaar tijdens een grote operatie opgepakt omdat ze een aanslag op een evenement zouden beramen. Bij huiszoekingen werden kunstmest en chemicaliën gevonden, voldoende om een halve kilo explosieven te maken, zei de officier van justitie maandag tijdens een niet-inhoudelijke zitting in de zaak.
De advocaten willen aantonen dat de terreurverdachten zijn uitgelokt door de infiltranten. Die leverden in een vakantiehuisje in Weert (onklaar gemaakte) wapens en bespraken voorbereidingen en trainingen met het zestal.
De mannen (21 tot 35 jaar) mogen ook als onderlinge getuigen worden gehoord, zoals de verdediging had gevraagd.
De rechtbank wil dat er meer vaart in het onderzoek komt, zodat de inhoudelijke behandeling in het voorjaar kan plaatsvinden. De officier zei maandag dat de mannen steeds per twee tegelijk zes weken lang in het Pieter Baan Centrum (PBC) moeten worden onderzocht, waardoor de zaak pas in juni op zitting zou komen. Dat moet sneller, oordelen de rechters.
Dat een van de verdachten nadrukkelijk heeft aangegeven niet mee te werken aan het onderzoek in het PBC, is volgens de rechtbank geen reden om hem daar niet te onderzoeken.
De volgende zitting in de terreurzaak is op 7 november. Het gaat dan opnieuw om een zogeheten pro-formazaak.