Brabantse baron Van Voorst tot Voorst hield niet van viezigheid
Wakker blijven bij saaie gesprekken vond hij lastig, van viezigheid hield hij niet. De aantekeningen van baron Van Voorst tot Voorst, voormalig commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, zijn online gezet.
Van Voorst was commissaris tussen 1894 en 1928 en hield van zijn bezoeken aan alle gemeenten in de provincie een dagboek bij. Op de themawebsite ”Door de ogen van de Commissaris van de Koningin” toont het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) de visie van Van Voorst op het lokale bestuur, honderd jaar geleden. Maar ook op de bevolking met al haar problemen en uitdagingen.
De commissaris ondernam zijn bezoeken samen met een ambtenaar –vaak ter controle– per trein of tram en een rijtuig, en later per auto. De ontvangst in de dorpen was feestelijk, blijkt uit de aantekeningen: vlaggen werden uitgestoken en vaak was de harmonie of een erewacht opgetrommeld.
Mussennest
Van Voorst ging tijdens zijn bezoeken in gesprek met burgemeester en wethouders, hield een audiëntie voor de inwoners en bracht soms een bezoek aan een school of bedrijf. Volgens het BHIC had Van Voorst tijdens de weinig inspirerende gesprekken soms moeite zijn ogen open te houden. Toch respecteerde hij het plaatselijke bestuur en was hij geïnteresseerd in de lokale omstandigheden. Hij adviseerde, bekritiseerde en zei wat hij verbeterd wilde zien.
Met zijn aantekeningen kon Van Voorst het volgende bezoek voorbereiden. De notities gaan bijvoorbeeld over het raadhuis, de secretarie (het gemeentelijk kantoor) en het personeel. Zo schrijft Van Voorst tot Voorst dat hij de secretarie van Aarle-Rixtel smerig vindt. In Gassel ontdekte hij een mussennest in een kast.
De commissaris beschreef ook de plaatselijke politieke verhoudingen, de invloed van de socialisten en de (wan)toestanden rond de verkiezingen. Opvallend zijn de observaties over de ontwikkeling van de arbeidsverhoudingen in de agrarische sector en de industrie. De baron is bezorgd over de gevolgen van de fabrieksarbeid voor de morele toestand van de bevolking. Ook in de huisvesting van de bevolking had de commissaris oog voor wantoestanden en goede ontwikkelingen.
Vreemd volk
De toestand van de armen en de gezondheidszorg komt in elk verslag van de commissaris voor, evenals goed onderwijs en de leerplicht. Zedelijkheid blijkt belangrijk voor Van Voorst tot Voorst; hij maakt zich druk over het aantal ‘moetjes’, gedwongen huwelijken door zwangerschap.
Een laatste belangrijk element in het leven van de baron is de Eerste Wereldoorlog. Volgens Van Voorst tot Voorst had het „vreemde volk” dat door de mobilisatie en de stroom Belgische vluchtelingen in de provincie kwam, zijn weerslag op de zeden en gewoonten.
De dagboeknotities bieden volgens het BHIC een boeiende kijk op de bevolking en het plaatselijke bestuur in Brabant. Ze vertellen het verhaal van een Brabant dat nog vooral dorps en zeer kleinschalig was, maar dat te maken kreeg met grote veranderingen. De commissaris leverde met zijn werkbezoeken een eigen bijdrage aan de kwaliteit van de provincie in die dagen.