’Al–Sadr wil verzet staken’
De opstandige sjiitische geestelijke Muqtada al–Sadr zou zijn gewapende verzet tegen Amerikaanse en Iraakse militairen in de heilige stad Najaf willen staken. Hij zou akkoord gaan met de ontwapening van zijn Mahdimilitie en bovendien willen vertrekken uit de omsingelde Iman Alimoskee waar hij zich sinds begin deze maand schuilhoudt. Voorwaarde is wel dat de Amerikanen zich terugtrekken.
Op de zogeheten Nationale Conferentie in Bagdad werd woensdagmiddag een brief van het kantoor van al–Sadr in Bagdad voorgelezen, waarin zou staan dat de geestelijke door de bocht is. Een zegsman van al–Sadr zei later dat de posities in Najaf alleen worden verlaten na een Amerikaanse aftocht.
„We hebben zojuist een brief ontvangen van het kantoor van Muqtada al–Sadr waarin hij toezegt „in de naam van God" bereid te zijn te voorwaarden van de conferentie te aanvaarden", aldus Safia al–Suhair, een van de organisatoren van de conferentie en ook de echtgenote van de Iraakse minister van Mensenrechten. De minister van Defensie dreigde kort ervoor juist met een bestorming van de moskee.
Medewerkers van de opstandige sjiiet zeiden eerder al dat hun aanvoerder alleen kan instemmen met een einde aan de crisis als de Amerikanen de stad Najaf verlaten. Van enige terugtrekkende Amerikaanse bewegingen in Najaf was woensdagavond overigens geen sprake.
Een delegatie van de Nationale Conferentie, waar een soort overgangsparlement moet worden gekozen door Iraakse notabelen, was dinsdag in Najaf om uit de impasse te komen, maar de achtkoppige missie kreeg al–Sadr „uit veiligheidsoverwegingen" niet te spreken. Medewerkers van al–Sadr spraken wel met het hoge bezoek uit Bagdad, dat dinsdagavond uiteindelijk naar de hoofdstad terugkeerde. Woensdagochtend was Najaf prompt het toneel van nieuwe gevechten. Medewerkers van de sjiitische geestelijke repten van een „strijd om leven en dood".
Het is niet de eerste keer dat al–Sadr enerzijds bereid lijkt te strijd te staken en anderszijds zijn aanhangers aanspoort door te vechten. Alle pogingen die er tot dusver zijn ondernomen om al–Sadr en zijn militie tot bedaren te brengen, zijn mislukt.
Al–Sadr is zich volgens waarnemers terdege bewust van het strategische voordeel dat hij heeft door in de moskee te blijven. Het gebedshuis is heilige grond voor sjiieten en elke directe aanval, ook als die zoals Bagdad wil alleen door Iraakse eenheden zal worden uitgevoerd, zal leiden tot groot verzet van de sjiitische meerderheid in Irak.
Al–Sadrs halsstarrige verzet tegen de buitenlandse troepenmacht en tegen de interim–regering van premier Allawi leidt bovendien tot een groeiende populariteit. Ook gematige sjiieten hebben steeds meer ontzag voor de wijze waarop ’sterke man’ al–Sadr voet bij stuk houdt.
Voor de geestelijke is dat ook winst omdat hij hogerop wil binnen de sjiitische gevestigde orde in Irak, met daarbij mogelijk ook een politieke rol. Die is hem door de conferentie ook aangeboden.
Aanhangers van al–Sadr maakten in Bagdad en in het zuidelijke Basra woensdag nog geen aanstalten de strijd te staken. In Basra werd hevig gevochten met Britse militairen en in de sjiitische buitenwijk Sadr–City van Bagdad werd een Amerikaanse militair gedood.