Failliet
De LPF is een geval apart. Dat is ze van het begin af geweest en dat is ze nog steeds. Meer dan welke andere politieke partij in Nederland was zij opgehangen aan een leidersfiguur. Die werd echter in het zicht van de verkiezingsoverwinning doodgeschoten.De partij bleef daarna verweesd achter. Een duidelijke opvolger van Pim Fortuyn ontbrak. Iemand die intern het vereiste gezag had om leiding te geven en naar buiten toe voldoende uitstraling om de kiezers te binden. Fractievoorzitter Herben is dat zeker niet. De LPF-ministers in het eerste kabinet-Balkenende waren dat ook geen van allen.
Geen wonder dat de partij vorig jaar bij de kamerverkiezingen tweederde van haar zetels verloor en dit jaar bij de Europese verkiezingen helemaal niets klaarmaakte. Daarbij komt dat de partij voortdurend achtervolgd wordt door negatieve publiciteit.
Dinsdag wees de Rotterdamse rechtbank de faillissementsaanvraag van de LPF af. De toestemming van de ledenvergadering ontbrak.
Het zou voor het eerst zijn dat een politieke partij in Nederland failliet ging. Nu is het morele stigma van een faillissement in Nederland tegenwoordig een stuk minder dan vroeger. Toch draagt het niet bij aan het imago van je politieke beweging wanneer je failliet gaat.
Vanouds denken we bij een politieke partij aan een omvangrijke groep mensen die zich verenigd heeft op basis van een politiek program. Eventueel is er sprake van een levensbeschouwelijke basis.
Om dat programma te verwezenlijken kiest men bestuursleden en stelt men kandidaten voor de verkiezingen. Uiteraard kost dat alles geld, maar daar zorgen de leden voor. In de loop der jaren is het ook gewoonte geworden dat raadsleden, kamerleden en anderen die op grond van hun partijlidmaatschap een betaalde politieke functie hebben, een (klein) deel van hun inkomsten in de partijkas storten.
Bij de LPF is van dat alles geen sprake. Het gedachtegoed van de leider was bepalend voor de koers van de nieuwe partij. Een massa kiezers volgde hem. Bovendien was een aantal bevriende miljonairs uit de vastgoedsector bereid om er veel geld in te stoppen. Wellicht ook omdat ze hoopten dat een sterke Fortuyn-beweging hun zakelijke belangen zou behartigen.
Inmiddels is de grote leider gesneuveld, zijn de meeste kiezers weggelopen en zien de miljonairs het niet meer zitten. Het lukt zelfs niet om failliet te gaan en een nieuwe start te maken.
Bovendien strijden de volgelingen van Fortuyn om zijn geestelijke erfenis. Leefbaar Rotterdam en de LPF in Den Haag verkeren op voet van oorlog met elkaar. De Rotterdammers willen bij de eerstvolgende kamerverkiezingen met een eigen lijst uitkomen.
Overigens heeft een partij als de VVD inmiddels aardig wat punten uit het gedachtegoed van Fortuyn overgenomen. Ook bij andere partijen zie je daar sporen van. Je kunt ook stellen dat Fortuyn tendensen verwoordde en aanscherpte die al eerder in het politieke denken in Nederland op gang waren gekomen. Wat dat betreft is Fortuyn meer dan een voetnoot in onze politieke geschiedenis, al moeten we constateren dat zijn volgelingen er niet veel van terechtbrengen.