„Strengere eisen aan cassatieadvocaten”
Advocaten die bij de Hoge Raad cassatie instellen in een civiele zaak, moeten gaan voldoen aan speciale eisen. Dat stelt een commissie onder leiding van mr. P. Neleman in een rapport dat dinsdag is aangeboden aan minister Donner van Justitie.
De maatregel moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de rechtsbijstand bij cassatie, de laatste juridische beroepsmogelijkheid in Nederland, overeind blijft. Advocaten maken nogal eens fouten in cassatie, waardoor hun zaken niet-ontvankelijk worden verklaard.
De Hoge Raad ziet een afkalving van de kwaliteit en is daar bezorgd over. Het is nadelig voor de belanghebbende en belast onnodig de Hoge Raad.
Tot nu toe mogen alle advocaten uit het arrondissement Den Haag cassatie in civiele zaken voeren of optreden als intermediair. De beperking tot Haagse advocaten is niet houdbaar, stelt de commissie. Het moet om specifieke kennis en ervaring gaan, die alle advocaten kunnen opdoen. Gekwalificeerde advocaten kunnen zich dan inschrijven bij een nieuw op te richten cassatiebalie.
Het gaat de commissie alleen om civiele zaken, waarbij burgers betrokken zijn, inclusief fiscale zaken. Bij straf- en bestuursrecht gelden andere regels. Bij de Hoge Raad gaat het om de rechtsvraag en niet meer over de inhoudelijke feiten. Advocaten formuleren hun beroep vaag of onbegrijpelijk of gaan toch op de feiten in, waardoor de Hoge Raad ze niet-ontvankelijk verklaart.
Uit onderzoek tussen november en februari blijkt dat van de 123 cassatieberoepen in 37 zaken (30 procent) de afdoening onvoldoende was. Een kwart van de 65 advocaten die deze zaken indienden, kwam met een of meer cassatiemiddelen te weinig. Elf advocaten bleven helemaal in gebreke.
De afgenomen kwaliteit wordt vooral toegeschreven aan enkele Haagse advocaten. Zo maakt het rapport melding van een advocaat die maar twee van zijn zestien zaken kwalitatief voldoende behandelde.
Minister Donner zal de bevindingen met de Orde van Advocaten bespreken.