China laat lokale gelovigen verplicht monitoren
Lokale autoriteiten in China zijn door de Communistische Partij verplicht om het aantal mensen die „in God geloven” te registreren en te monitoren.
Dat meldde de Amerikaanse nieuwssite Christian Headlines vorige week op basis van bronnen van Bitter Winter, een organisatie die religieuze vrijheid in het land volgt.
Lokale ambtenaren worden door de overheid bestraft wanneer de meldingen niet juist blijken te zijn. Drie ambtenaren uit Yongcheng, een stad in de provincie Henan, werden in april geschorst toen bleek dat het opgegeven aantal gelovigen niet correct was.
Een lokale anonieme ambtenaar zei tegen Bitter Winter dat de Chinese overheid de religieuze ontwikkelingen erg serieus neemt. „Elke dag vragen ze ons hoeveel mensen er in ons dorp geloven. Als blijkt dat wij de situatie niet naar waarheid hebben beoordeeld, worden we gestraft.”
De Communistische Partij is volgens de lokale ambtenaar bang dat het aantal christenen zo hard groeit dat het gedachtegoed van de partij wordt verworpen of de overheid erdoor wordt ondermijnd. Peking vindt dat er „maatregelen moeten worden genomen en dat het aantal gelovigen niet mag blijven groeien.”
De druk op kerken en gelovigen in China neemt al tijden toe. In juli werd de sinds 2018 gevangen voorganger Wang Yi aangeklaagd voor „het omverwerpen van de overheid” en „illegale handelsactiviteiten”, aldus mensenrechtenorganisatie Christian Solidarity Worldwide. Recent pleegde een predikant van een door de staat gereguleerde kerk zelfmoord vanwege toenemende druk vanuit de Communistische Partij.