Gertrude de Regt: Kerkverlating heeft mensen wakker geschud
Binnen de Gereformeerde Gemeenten is de afgelopen jaren meer oog gekomen voor opvoeding en voor toerusting van opvoeders. Gertrude de Regt, die na zeventien jaar de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) verlaat, maakte die omslag van nabij mee.
De Regt zou je jeugdwerkadviseur met een speciale opdracht kunnen noemen. Behalve dat ze bij de jeugdbond jarenlang verantwoordelijk was voor het kinderwerk, werd ze tweeënhalf jaar geleden coördinator toerusting voor het deputaatschap KGJO (kerk, gezin, jeugd, onderwijs) van de Gereformeerde Gemeenten. Het kerkverband wilde alle toerusting op het gebied van opvoeding –vanuit de organisaties De Vluchtheuvel, Helpende Handen, JBGG en Cursus Godsdienstonderwijs (CGO)– bijeenbrengen.
De Regt, die per september beide ‘functies’ achter zich laat, zat regelmatig aan tafel met de verschillende partijen. Ze bleef echter ook inhoudelijk betrokken bij het werk doordat ze eindredacteur was van themabladen over opvoeding, bedoeld voor opvoeders in het gezin en in de kerk. Daarnaast leidde ze bijeenkomsten in plaatselijke gemeenten of van bijvoorbeeld moedergroepen.
Een brede selectie aan onderwerpen vond zijn weg naar ouders, kerkenraden en leidinggevenden in de kerk. Er zaten zowel bezinnende thema’s tussen, zoals over Bijbellezen en bidden met kinderen, als praktische, zoals de financiële opvoeding.
„Media vormen een thema waarover ouders altijd graag in gesprek gaan”, zegt De Regt. „We maakten materiaal over media-opvoeding, maar bewust ook over andere onderwerpen.”
Dit brengt de toerustingscoördinator bij een voor haar aangelegen punt, namelijk dat er blijvend aandacht moet zijn voor thema’s die het hart aangaan. „Als ouders en kinderen leven vanuit de vreze des Heeren, zorgt dat voor een bepaalde levenshouding. Ten opzichte van wat je leest, wat je doet en laat, hoe je met anderen omgaat.”
De Regt wil in het aanbod van materiaal dan ook niet alleen focussen op ‘uiterlijk’. „Als er vragen komen, gaan ze vaak over onwenselijk gedrag, maar er ligt nog iets onder.”
Ze merkt dat ouders het belangrijk vinden om geestelijk gevoed te worden. „Ik denk dat er de laatste tijd veel meer aandacht is voor huisgodsdienst, voor hoe je met kinderen over de Bijbel praat, hoe je hen leert bidden. Meer dan vroeger spreken ouders in het gezin een vrij gebed uit. Ik vind dat mooi.”
Er moest ook wel iets gebeuren, denkt de jeugdwerkadviseur. „De problematiek van kerkverlating heeft mensen wakker geschud. De sociale cohesie die er vroeger was, is er niet meer. Bij het maken van keuzes voelen jongeren zich minder gebonden door de sociale context. Het is daarom des te belangrijker dat ouders hun kinderen geestelijk vormen, biddend om de werking van Gods Geest.”
Waar de jeugdbond er in het verleden vooral was voor de jeugdverenigingen, komt de nadruk steeds meer te liggen op een gemeentebrede aanpak als het gaat over kinderen en jongeren. De JBGG wil namelijk alle jeugd bereiken, niet alleen het deel dat de jeugdvereniging bezoekt. Komend winterseizoen start er daarom een pilot waarbij jeugdwerkadviseurs in het contact met gemeenten de totale zorg voor jongeren onder de loep nemen, in plaats van alleen hun eigen doelgroep (kinderen, tieners of +16). Dus ook de pastorale zorg voor jongeren en de contacten bij de catechese.
Voor het zover is, begint De Regt aan een baan als docent aan de opleiding welzijn van het Hoornbeeck College in Gouda. „Ik ga nu op een nog directere manier met jongeren werken. Daar kijk ik echt naar uit.”