Het OM beschuldigt de 43-jarige S. van verkrachting en aanranding van twee van zijn leerlingen. Bij een derde leerling zou hij ontucht hebben gepleegd. De man ontkent alle beschuldigingen.

Het seksueel misbruik vond volgens de aanklager plaats in de periode van juli 2000 tot en met oktober 2003, voornamelijk in de dansschool van S. Twee van de drie slachtoffers waren minderjarig. Volgens de officier van justitie creëerde S. „een situatie waarin de meisjes zich niet aan de seksuele handelingen konden onttrekken.”

Uit verklaringen van een groot aantal andere meisjes blijkt dat S. geregeld seksueel getinte opmerkingen maakte, handtastelijk was en soms seksueel contact zocht.

Twee van de drie slachtoffers zouden door S. zijn verkracht. Het waren meisjes met problemen thuis. Ze keken op tegen S… „Als dansleraar en directeur van de dansschool had hij een machtspositie. Hij bepaalde of zij hun dansopleiding mochten voortzetten”, aldus officier C. de Jong.

S. ontkent ooit seksueel contact met zijn leerlingen te hebben gehad. Hij ontkent ook alleen met ze te zijn geweest, met ze over privé-problemen te hebben gesproken of privé-lessen te hebben gegeven. Zelfs gesprekken met familieleden van de slachtoffers hebben volgens S. nooit plaatsgevonden.

Zijn advocaat mr. H. Vogel vindt de verklaringen van de leerlingen op punten onduidelijk. Hij twijfelt aan hun waarheidsgehalte.

De officier van justitie acht het bewijs echter geleverd. Bewijs dat volgens haar wordt ondersteund door de vele verklaringen van andere leerlingen die ook seksueel getinte ervaringen met S. hebben gehad.

De rechtbank doet uitspraak op 31 augustus.