Van Lodenstein speelbal in Barneveld
De komst van een nevenvestiging van het Van Lodensteincollege in Barneveld gaat op een speelbal lijken. De raad heeft het licht op groen gezet. Toch gaat het college van B en W in beroep bij de Raad van State om de nevenvestiging tegen te houden. Het baseert zich op financiële bezwaren, terwijl deze al twee keer zijn verworpen.
Eerder dit jaar berichtte minister Van der Hoeven (Onderwijs) dat Barneveld een nevenvestiging van het Van Lodensteincollege moet toelaten. Ook al brengt deze beslissing de gemeente in financiële problemen. Want één ding staat vast: de school starten kost 10 miljoen euro. Dat geld moet Barneveld betalen, maar de gemeente heeft het niet. Dus moet de begroting opengebroken worden, of moet het geld op een andere manier op tafel komen.
Dinsdagmiddag maakte burgemeester W. A. Burgering de nieuwste stap in de Barneveldse Van Lodenstein-story bekend: het college van B en W -uitgezonderd SGP-wethouder E. Barten- heeft bezwaar tegen de komst van de reformatorische school aangetekend bij de Raad van State. De termijn hiervoor was maandag afgelopen. Dus moest het college snel tot actie komen. Net op tijd plofte de brief op de deurmat bij Nederlands hoogste rechtscollege.
Er was slechts één reden voor de actie, benadrukt Burgering. „We hebben de positie van de gemeente willen veiligstellen. We kunnen nu nog bezwaar maken. Doen we het niet, dan verspelen we onze kansen.” In de raadsvergadering van september zal de raad zich over de actie van het college uitspreken. „Staat de meerderheid van de raad er niet achter, dan trekken we het bezwaar weer in”, aldus de burgemeester. Hij veegt elke andere bedoeling van tafel. „We zijn niet bezig de boel te vertragen of wat dan ook. De gesprekken met het schoolbestuur gaan gewoon door.”
Toch kan Burgering zich voorstellen dat het Van Lodenstein-bestuur de actie van het Barneveldse college als een stap terug in de onderhandelingen ervaart. „Een procedure bij de Raad van State kan twee jaar duren. Dat is een feit. Daar staat tegenover dat de voorbereidingen voor een dergelijke school ook veel tijd kosten.”
Op de achtergrond speelt een hardnekkig probleem. Sinds enkele jaren is niet langer het Rijk, maar zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de huisvesting en financiering van (nieuwe) scholen. Dat leidt in de praktijk tot onverkwikkelijke situaties: de minister van Onderwijs geeft een school toestemming zich ergens te vestigen en laat de verdere afhandeling over aan de verantwoordelijke gemeente. Die heeft soms geen geld, geen gebouw of beide niet om de school te ontvangen. Het probleem speelt op dit moment niet alleen in Barneveld, maar ook in Wierden (waar evangelische school De Passie wil starten) en Hardinxveld-Giessendam (waar een reformatorische school voor speciaal onderwijs zou komen).
Voor burgemeester Burgerink is de oplossing van het probleem helder: „De minister moet boter bij de vis doen. Niet alleen een school toestemming geven om te starten, maar ook een deugdelijke financiering erbij leveren.”
De gemeente Barneveld heeft enige tijd terug in een brief aan het ministerie van Onderwijs aandacht voor het probleem gevraagd. Het antwoord van de minister stelt Burgerink niet erg gerust: „Ik merk niet echt de bereidheid om met extra geld over de brug te komen.”
De burgemeester wacht nu eerst af hoe de actie van het Barneveldse college bij de gemeenteraad valt. De twee grootste partijen reageren desgevraagd verschillend. Het CDA (acht zetels) wil eerst de precieze argumenten van het college horen. „Ik wil deze actie niet direct afwijzen. Misschien is het juist een daad van behoorlijk bestuur dat het college bezwaar heeft gemaakt bij de Raad van State, nu het nog kan”, zegt fractievoorzitter J. J. H Post. „Terug kun je altijd.”
De SGP (zeven zetels) wijst de actie van het college wel af. „Ik ben teleurgesteld”, zegt fractievoorzitter G. S. Schotanus. „Deze actie brengt de onderhandelingen met het Van Lodensteincollege onnodig in een conflictsfeer. Voor de zomervakantie heeft een meerderheid van de raad uitgesproken dat de gemeente moet meewerken aan de nevenvestiging van de Van Lodenstein. De financiële bezwaren van het college zijn tot twee keer toe afgewezen: door de provincie en door de minister. Wat heeft het dan voor zin om nu opnieuw bezwaar te maken bij de Raad van State? Het is zo goed als zeker dat het college opnieuw bakzeil haalt.”
Fractievoorzitter F. J. Appelman van de ChristenUnie (vier zetels) sluit zich hierbij aan. „Het college handelt tegen beter weten in. Ik ben niet blij met deze stap.”