Vink overtrad regels voor asbestregistratie
Bij afvalverwerker Vink in Barneveld zijn diverse overtredingen en tekortkomingen bij de inname van asbest geconstateerd. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van het Team Ketentoezicht van de Gelderse Omgevingsdiensten dat woensdag openbaar is gemaakt.
Locaties van herkomst van het aangeboden asbest zijn volgens de rapporteurs geregeld onjuist geregistreerd. „In het geval van de ontvangst van asbest van aannemers is het hoogst onwaarschijnlijk dat er meerdere jaren asbest vrijkomt op het bedrijfsadres van de aannemer zelf.”
De onderzoekers stelden verder vast dat aan bedrijven die bij Vink asbest aanbieden en daarvoor contant betalen, geen zogeheten afvalstroomnummers zijn afgegeven die duidelijkheid verschaffen over aanbieder en locatie.
Particulieren mogen zonder meldingsverplichting maximaal 35 vierkante meter asbest verwijderen. In het rapport zegt Vink dat dit enorme mogelijkheden geeft om te sjoemelen. Het bedrijf vindt het niet reëel om de controle hierop neer te leggen bij de instantie die het asbest accepteert.
„Bij vergissing”
De Barneveldse afvalverwerker moet zich meer inspannen voor de juiste en volledige registratie van asbest, stellen de onderzoekers. De toezichthouders stuitten ook op onjuiste registraties van asbestvrije platen en AEC-slakken (restmateriaal van afvalverbranding). Zo zou een bedrijf dat tot 2016 altijd asbest bij Vink aanvoerde, in 2016 alleen asbestvrij materiaal hebben aangeleverd, terwijl het vanaf 2017 weer asbest naar een stortplaats in Noord-Holland afvoerde. „Afvalverwerking Vink en dat bedrijf wilden het naar de toezichthouder doen voorkomen dat op een begeleidingsbrief met een afvalstroomnummer voor asbestvrij materiaal, bij vergissing de woorden ”asbestvrije platen” waren doorgestreept en dat daarbij bij vergissing handmatig de woorden ”asbest” en de Europese code voor asbesthoudend bouwmateriaal waren geschreven.”
Het onderzoek van het Team Ketentoezicht werd uitgevoerd van december 2016 tot juli 2017. Het tv-programma Zembla onthulde eind vorig jaar het deelrapport over de verwerking van verontreinigde grond. Dat gaf consternatie in nieuwbouwwijken in Barneveld, waar volgens de rapporteurs onjuist gekeurd en mogelijk vervuild zand zou zijn gestort.
Gedeputeerde Staten van Gelderland weigerden tot nu toe de twee andere deelrapporten over asbest en AEC-slakken vrij te geven, omdat het openbaar ministerie dat in verband met strafrechtelijk onderzoek niet wenselijk zou achten. Het OM liet eerder dit jaar echter weten dat het geen moeite heeft met openbaarmaking.